Tafeleend, Saxifraga-Luc Hoogenstein

Tafeleenden zijn duikeenden die vooral in de herfst, winter en het vroege voorjaar in Nederland te zien zijn. Ze houden zich meestal in groepen op en zijn na zonsondergang het meest actief. Opvallend is dat het mannetje van de tafeleend al in juni wegtrekt, als het vrouwtje nog aan het broeden is. De vrouwtjes en de jongen volgen later.

Komt voor in/op

Buiten broedtijd

In de wintermaanden houden zich grote aantallen op in Nederland, maar het worden er wel minder. De landelijk getelde aantallen dalen al vanaf ongeveer 1980, net als overigens in verschillende andere West- en Midden-Europese landen. Het maakt vermoedelijk onderdeel uit van een verschuiving van het overwinteringsgebied binnen Europa, waarbij de vogels door gemiddeld wat zachtere winters noordelijker blijven overwinteren. De meeste Tafeleenden verblijven bij ons in het IJsselmeergebied, tenzij dit tijdens strenge vorst grotendeels dichtvriest. Onder zulke omstandigheden nemen de aantallen langs de rivieren en in het Deltagebied sterk toe.

Broedtijd

De Tafeleend is een vrij schaarse en nogal lokaal voorkomende broedvogel, met de meest ruime verspreiding en hoogste dichtheden in de laagveengebieden van West- en Noord-Nederland. Elders nestelt hij vooral in de duinen, op vennen en hier en daar langs de Grote Rivieren. Voorheen een zeldzame broedvogel van Friesland en Noord-Brabant, namen aantallen en verspreiding na 1940 duidelijk toe. Vanaf ongeveer 1980 stagneerde dit en werd een deel van de nieuwe broedplekken ook weer verlaten. Herstel van de waterkwaliteit in veel gebieden, voor sommige andere eenden belangrijk, leidde niet tot toenemende aantallen Tafeleenden.

Staat van instandhouding

Broedvogel: matig ongunstig

Verspreiding: matig ongunstig
Populatie: matig ongunstig
Leefgebied: matig ongunstig
Toekomstperspectief: matig ongunstig

Niet-broedvogel: zeer ongunstig

Verspreiding: gunstig
Populatie: zeer ongunstig
Leefgebied: gunstig
Toekomstperspectief: zeer ongunstig

Gerelateerde kennis