Graaft burchten in bodems die voldoende stevigheid moeten bieden. Voorkomen beperkt tot Zuid- en Midden-Limburg ten zuiden van Roermond. Normale voorjaarsdichtheid ligt rond de 2 burchten per hectare. Leeft bij voorkeur in graanakkers of akkers met luzerne (alfalfa Medicago sativa) vanwege optimale combinatie van dekking en voedsel. Mijdt graslanden, bossen en akkers met bieten (in het voorjaar), aardappelen en maïs. Graften en overstaande gewasresten (graan, bladrammenas en luzerne) zijn van belang als toevluchtsoord na de oogst. Graften worden soms ook permanent bewoond. De dekking door het opgaand gewas is noodzakelijk voor de overleving. Een burcht kan gedurende het jaar in gebruik zijn bij meerdere hamsters. Leeft solitair met uitzondering van de voortplantingstijd.
Voortplantingsperiode van begin mei tot september; 2-3 worpen per jaar met 4-8 jongen, zoogperiode van 4-5 weken waarna vrouwtje de burcht verlaat; jongen van eerste worp kunnen diezelfde zomer al voor nageslacht zorgen. Leeftijd max. 2-3 jaar, gemiddeld echter slechts enkele maanden door predatie (vossen, roofvogels en kleine marters). Legt wintervoorraad aan (nazomer tot in november) van hoofdzakelijk graankorrels, maar ook zaden, stukken bieten of wortelstokken van planten.
Voedsel: omnivoor en zowel plantaardig (jonge scheuten graan, luzerne en klaver) als dierlijk voedsel (slakken, regenwormen en kevers).

Komt voor in/op

Open akkerland.

Periode

Mei-oktober.

Doelsoortspecifieke terreinkenmerken

Winterslaap (half oktober-maart) / Dispersie (half maart-half mei) / Voortplantingsperiode (half mei-half oktober):

  • Graan- en luzernepercelen in een bouwplan (bestaande uit gelijke delen luzerne, wintergraan en zomergraan voor 100% hamsterbeheer) telen waarin de percelen met hamsterbeheer rouleren. De hoeveelheid hamsterbeheer betreft maatwerk per deelnemer.
  • Wintergraan op regulier beheerde akkers dat al vroeg in het voorjaar dekking biedt is aantrekkelijk.
  • Dekking van het gewas in de periode dat hamsters bovengronds actief zijn (april-oktober) in de vorm van geschikte percelen (minstens 3 ha groot en begroeid met graan, luzerne en soms rammenas) en opvangstroken (min. 0,20 ha en 20 m breed) dichtbij (naast) geoogste percelen.
  • Min. Streefoppervlak voor een volwaardig leefgebied bestaat uit tenminste 25 ha reservaatbeheer en min. 15 ha agrarisch natuurbeheer.
  • Leefgebieden in een ruimtelijk mozaïekpatroon met kleinere (2-3 ha) en grotere beheerstukken (10 ha) met elkaar verbonden met een onderlinge afstand tussen beheerstukken van respectievelijk max. 150 m en 1000 m.
  • Per cluster leefgebieden naar min. 1000-1500 Hamsters (najaarstelling) streven; uitgaande van een voorjaarsdichtheid van 2 hamsters per ha komt dit overeen met een areaal van min. 250-350 ha.
  • Voor realisatie van verbindingen uitgaande van 750 ha hamsterleefgebied (in drie clusters) is het totaal benodigde oppervlak 850-1050 ha aan hamstervriendelijk beheer.

Extra:

  • Graan- en luzernepercelen in een bouwplan (bestaande uit gelijke delen luzerne, wintergraan en zomergraan voor 100% hamsterbeheer) telen waarin de percelen met hamsterbeheer rouleren. De hoeveelheid hamsterbeheer betreft maatwerk per deelnemer.
  • Dekking van het gewas in de periode dat hamsters bovengronds actief zijn (april-oktober) in de vorm van dekking biedende percelen (minstens 3 ha groot en begroeid met graan, luzerne en soms rammenas) en opvangstroken (min. 0,20 ha en 20 m breed) dichtbij (naast) geoogste percelen
  • Wintergraan op regulier beheerde akkers dat al vroeg in het voorjaar dekking biedt is aantrekkelijk en dient voor een positief effect op de hamsters pas na 31 augustus geoogst te worden of gecombineerd te worden met een opvangstrook.
  • Late graanoogst (na 31 augustus) en nog beter is het niet oogsten van het graangewas is van belang voor overleving van de jongen van de tweede worp.
  • Bestrijding van probleemkruiden zoals kweek, ridderzuring, melde en akkerdistel of aanwenden van bemesting (anders dan stalmest) is geen probleem.
  • Streeft oppervlakte voor een volwaardig leefgebied bestaat uit tenminste 25 ha reservaatbeheer en 15 ha agrarisch  natuurbeheer.
  • Leefgebieden in een ruimtelijk mozaïekpatroon met kleinere (2-3 ha) en grotere beheerstukken (10 ha) met elkaar  verbonden met een onderlinge afstand tussen beheerstukken van respectievelijk max. 150 m en 1000 m.
  • Per cluster van leefgebieden streven naar min. 1000-1500 hamsters bij najaarstelling;
    • Uitgaande van een voorjaarsdichtheid van 2 hamsters per ha komt dit overeen met een areaal van 250-350 ha per cluster van leefgebieden.
  • Voor realisatie van verbindingen uitgaande van 750 ha hamsterleefgebied (in drie clusters) is het totaal benodigde oppervlak 850-1050 ha aan hamstervriendelijk beheer.

Soortspecifieke maatregelen

Winterslaap (half oktober-maart) / Dispersie (half maart-half mei) / Voortplantingsperiode (half mei-half oktober):

  • Wintergraan op regulier beheerde akkers, dat al vroeg in het voorjaar dekking biedt, is aantrekkelijk. Het dient pas na 31 augustus geoogst te worden of gecombineerd te worden met een opvangstrook.
  • Late graanoogst (na 31 augustus) en – nog beter – het niet oogsten van het graangewas is van belang voor overleving van de jongen van de tweede worp.
  • Teelt van luzerne vergt aangepaste oogstfrequentie, na 15 juni is luzerne-oogst niet meer toegestaan.
  • Bestrijding van probleemkruiden (o.a. kweek, ridderzuring, melde, akkerdistel) of aanwenden van bemesting (kunst- en drijfmest) vormt geen probleem.
  • Niet kerende grondbewerking is geen probleem. Dieper ploegen dan 50 cm niet toestaan.

Extra:

Instapvoorwaarden voor het beheertype hamstervriendelijk beheer:


  1. De beheereenheid bestaat uit bouwland.
  2. De beheereenheid voldoet aan de minimale oppervlakteeisen.
  3. De beheereenheid is geschikt bevonden voor de hamster en gelegen in, of in een straal van 2 km van, een hamsterkernleefgebied of hamsterverbindingszone.
  4. Doorsnijdingen zijn toegestaan mits deze als niet belemmerend beoordeeld worden.

Beheerseisen


  • De grondbewerking voor alle gronden vindt max. tot een diepte van 30 cm plaats.

Volleveldsbeheer

  • Hamstervriendelijk beheer bestaat uit het gewas luzerne, bladrammenas, wintertarwe of combinatie daarvan.
2.
  • Op de aangemelde kavel zal min. 50% van de oppervlakte bestaan uit hamstervriendelijk beheer.
  • De minimumoppervlakte van de beheerseenheid is 1 ha.
  • De luzerne wordt tot 15 juni geoogst.
  • Na 15 juni blijft de luzernestengels staan tot 1 februari van het volgende jaar staan en worden dan geklepeld.
  • De bladrammenas wordt na 1 februari van het volgende jaar ondergewerkt.
  • De wintertarwe wordt niet geoogst. Na 1 februari van het volgende jaar wordt het overblijvende gewas wintertarwe  ondergewerkt.
  • De teelt van alle gewassen vind plaats op basis van de goede landbouw en milieu praktijk (GLMC).

Opvangranden voor hamsters

  • 
Opvangstroken zijn stroken regulier graan die niet worden geoogst.
  • De minimale grootte van de beheereenheid is 20 m breed en 100 m lang.
  • Niet oogsten van de strook tot 1 februari van het volgende jaar. Tenzij er wintergraan ingezaaid wordt. Dan is oogsten en inzaaien toegestaan na 1 november.
  • De opvangstrook rouleert jaarlijks.

Staat van instandhouding (per 2018)

Totaal: Zeer ongunstig
Verspreidingsgebied: zeer ongunstig
Populatie: zeer ongunstig
Leefgebied: zeer ongunstig
Toekomstverwachting: zeer ongunstig

Meer informatie

  • Kuiters A.T., La Haye M.J.J., Müskens G.J.D.M. & Kats R.J.M. 2011. Perspectieven voor een duurzame bescherming van de hamster in Nederland. Alterra WUR, Wageningen.
  • La Haye M. 2010. Hamster. Pp. 239-244 in: Huizinga C.E., Akkermans R.W., Buys J.C., van der Coelen J., Morelissen H. & Verheggen L.S.G.M. Zoogdieren in Limburg. Verspreiding en ecologie in de periode 1980- 2007. Stichting Natuurpublicaties Limburg, Maastricht.

Gerelateerde kennis