Eenden, koeten en waterhoenen

Bijgewerkt op: 24 juli 2024

Eenden (wilde eenden en smienten), koeten en waterhoenen komen overal in Nederland voor. Vooral de wilde eend is algemeen en talrijk aanwezig, met name in de wintermaanden zijn de aantallen hoog. De smient komt in de herfst- en winterperiode (september tot april) voor in Nederland. Smienten foerageren vooral na zonsondergang.

Deze Faunaschade PreventieKit is geldig vanaf november 2024

1. Inleiding

Meerkoeten zijn in bijna heel Nederland aanwezig. In de winter zijn de aantallen hoger dan in andere jaargetijden, omdat meerkoeten uit andere regio’s komen overwinteren. Waterhoenen zijn schuwe vogels en komen in veel kleinere aantallen voor dan meerkoeten. De meeste waterhoenen blijven jaarrond in Nederland.

In de Omgevingswet is vastgelegd dat iedereen zorg draagt voor levende dieren en planten en hun directe omgeving. Dit noemen we de zorgplicht voor natuur. De Beschermde Soorten Indicator (BeSi) helpt om aan deze zorgplicht te voldoen.

2. Gewasschade verspreid over het jaar

Akkerbouw Soort schade Soort Seizoen
Graan Vraatschade Wilde eend Jaarrond
Vraatschade Smient Herfst, winter
Wintergraan Vraatschade Meerkoet Lente, herfst, winter
Zomergraan Vraatschade Meerkoet Lente, herfst, winter
Vraatschade Waterhoen Lente
Vraatschade Wilde eend Lente, zomer
Peulvruchten Vraatschade Wilde eend Lente, zomer
Aardappelen Incidentele vraatschade Meerkoet Jaarrond
Suikerbieten/Voederbieten Vraatschade Meerkoet Lente, zomer
Grasland Soort schade Soort Seizoen
Graszaad, graszoden en ingezaaid grasland Vraatschade, vertrapping en bevuiling Wilde eend Jaarrond
Vraatschade, vertrapping en bevuiling Smient Herfst, winter
Vraatschade Meerkoet, waterhoen Lente, herfst, winter
Gras Vraatschade, vertrapping en bevuiling Smient Herfst, winter
Vraatschade, vertrapping en bevuiling Meerkoet, waterhoen Jaarrond
Vollegrondsgroenten Soort schade Soort Seizoen
Vollegrondsgroenten algemeen Vraatschade Wilde eend Jaarrond
Vraatschade Smient Herfst, winter
Incidentele vraatschade Meerkoet Jaarrond
Spinazie/sla/andijvie Vraatschade, vertrapping en bevuiling Wilde eend Lente, zomer
Vraatschade Meerkoet Lente, zomer
Bloemkool/broccoli/ romanesco Incidentele vraatschade Meerkoet Zomer
Boerenkool Incidentele vraatschade Meerkoet Zomer, herfst, winter
Overige koolsoorten Incidentele vraatschade Meerkoet Jaarrond

Tabel 1 t/m 3: Gewasschade verspreid over het jaar.

3. Preventieve maatregelen

De maatregelen ter voorkoming van gewasschade zijn ingedeeld in vier categorieën: visuele maatregelen, akoestische maatregelen, afschermingsmaatregelen en beheermaatregelen. Per maatregel wordt de ecologische effectiviteit, de praktische inzetbaarheid en waar nodig de wet- en regelgeving besproken. Het referentiejaar voor alle genoemde prijzen is 2024.

De maatregelen in deze preventiekit zijn als effectief beoordeeld op basis van onderzoek waarbij gebruik is gemaakt van beschikbare studies (wetenschappelijk of praktijk), beoordelingen door experts (expert judgement) en ervaringen van agrariërs uit de praktijk. Vaak zal het nemen van een enkele maatregel schade niet kunnen voorkomen. Het wordt aanbevolen om een combinatie van maatregelen te nemen, maar ook dat biedt geen volledige garantie om schade te voorkomen.

In onderstaande tabel worden alle preventieve maatregelen weergegeven met daarbij scores op drie indicatoren (ecologische effectiviteit, tijdsinspanning en kosten). De scores (laag, gemiddeld en hoog) geven aan hoe deze maatregel wordt beoordeeld ten opzichte van andere preventieve maatregelen binnen deze faunaschade preventiekit.

MAATREGELEN ECOLOGISCHE EFFECTIVITEIT TIJDSINSPANNING AGRARIËR KOSTEN AGRARIËR
Visueel
Vlaggen en linten Gemiddeld Laag Laag
Vogelverschrikkers met akoestische en bewegende delen Gemiddeld Laag Gemiddeld
Akoestisch
Vogelafweerpistool Gemiddeld Gemiddeld Laag
Afscherming
Afrasteringsnet Hoog Hoog Gemiddeld
Elektrische afwering (vast) Hoog Gemiddeld Gemiddeld
Afdeknetten Hoog Hoog Hoog
Vliesdoek Hoog Hoog Gemiddeld
Beheer
Ondersteunend afschot Hoog Laag Laag

Tabel 4: Overzicht preventieve maatregelen voor eenden, koeten en waterhoenen.

3.1 Visuele maatregelen

De visuele maatregelen behalen hun effect door op zichtbare wijze schadeveroorzakende dieren te weren of verjagen. In deze paragraaf zullen de effectief beoordeelde visuele maatregelen worden toegelicht.

3.1.1 Vlaggen en linten

Vlaggen en linten zijn bewegende objecten die dieren kunnen afschrikken. Deze maatregel is vooral van toepassing bij eenden, maar kan ook voor koeten en waterhoenen werken.
Tabel 5: Score voor vlaggen en linten op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Tabel 5: Score voor vlaggen en linten op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Ecologische effectiviteit

De plaatsing van vlaggen en linten heeft een middelmatige, directe effectiviteit waardoor eenden, waterhoenen en koeten voor enkele weken van het perceel worden verjaagd. Na deze tijd bestaat er de kans dat de dieren opnieuw op het perceel zullen neerstrijken. Er geldt dus een relatief hoge mate van gewenning aan deze maatregel. Het is mogelijk schade door eenden, waterhoenen en koeten te beperken met deze maatregel, blijkt uit een studie naar smienten. In dat onderzoek bleek de plaatsing  van (zwarte) plastic vlaggen effectief voor het beschermen van wintertarwe tegen de nachtelijke grazende smienten. De wind liet de vlaggen in een onregelmatig patroon bewegen dat de vogels niet konden onderscheiden en daardoor meden. De inzet van vlaggen en linten werkt op perceelsniveau.

De inzet van vlaggen en linten lijken bij andere vogelsoorten minder of niet effectief. De inzet van vlaggen en linten moet altijd worden gecombineerd met andere akoestische maatregelen, zoals een knalapparaat of vogelafweerpistool. Dit kan het succes van verjaging vergroten.

Praktische inzetbaarheid

Vlaggen en linten kunnen eenden, waterhoenen en koeten afschrikken. U kunt zakken, lappen stof of stroken folie aan een stok of paal bevestigen om het gewenste effect te bereiken. Zorg ervoor dat de linten en vlaggen vrij kunnen wapperen. Bij een lage windkracht zijn lange stroken folie van een licht materiaal al zeer beweeglijk.

Deze maatregel kan op elke landgebruiksvorm worden toegepast. Het is een vereiste dat de vlaggen en linten goed zichtbaar zijn en dus boven het gewas uitkomen. Er geldt een lage tijdsinspanning voor de plaatsing.

De richtlijnen voor het gebruik van vlaggen en linten zijn:

  • Minimaal vier vlaggen of linten per hectare;
  • Voor percelen groter dan vijf hectare moet er minimaal één vla of lint per 100 meter worden geplaatst;
  • De richtlijnen voor de afmetingen van de materialen zijn:
    • Rechthoekige vlaggen: minimaal 60 x 90 centimeter
    • Linten: minimaal 150 centimeter lang, stevig materiaal
    • Lengte paal: minimaal 1,5 meter

Er zijn geen richtlijnen voor het materiaal van de vlaggen en linten. De kosten blijven laag als de vlaggen en linten zelf worden gemaakt. Voor de linten kan ook reflecterend afweerlint gebruikt worden.

De kosten voor palen, vlaggen en linten liggen ver uiteen omdat de kwaliteit verchilt. De prijs voor een houten paal kan variëren van €2 tot €10. Aangezien er minimaal vier palen per hectare nodig zijn, loopt de prijs uiteen van €8 tot €40 per hectare. De kosten voor linten liggen tussen de €0,25 en €7,50 per lint en dus €1 tot €30 per hectare (in het geval van vier per hectare). De totaalprijs komt daarmee neer op €9 tot €70 per hectare voor het plaatsen van vier palen met linten. Wanneer er wordt gekozen voor vlaggen, varieert de prijs van €6 tot €20 per stuk. Bij vier vlaggen per hectare komt de prijs dus neer op €24 tot €80 per hectare. De totaalprijs (vier palen en vlaggen) zal dan dus neerkomen op €32 tot €120 per hectare.

De linten zullen regelmatig moeten worden vervangen omdat die kunnen scheuren bij harde wind. Een vlag gaat gemiddeld drie tot zes maanden mee als die buiten blijft hangen. Een houten paal van hardhout gaat gemiddeld 20 tot 25 jaar mee, afhankelijk van de kwaliteit.

De onderhoudskosten van de linten variëren van €12 tot €180 per hectare per jaar. Voor vlaggen zijn die kosten ongeveer €50 tot €320 per hectare per jaar. Er zijn geen ongewenste effecten op mensen en deze methode is het gehele jaar inzetbaar.

3.1.2 Vogelverschrikkers met akoestische en bewegende delen

Vogelverschrikkers met akoestische en bewegende delen (zoals de Scary Man) verjagen eenden, waterhoenen en koeten door middel van geluid en visuele prikkels.

Tabel 6: Score voor vogelverschrikkers met akoestische en bewegende delen op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Tabel 6: Score voor vogelverschrikkers met akoestische en bewegende delen op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Figuur 1: Vogelverschrikkers met akoestische en bewegende delen

Figuur 1: Vogelverschrikkers met akoestische en bewegende delen tegen eenden, koeten en waterhoenen

Ecologische effectiviteit

Vogelverschrikkers met akoestische en bewegende delen zijn ontworpen om vogels af te schrikken door onverwachte bewegingen en geluiden te produceren en hebben een directe effectiviteit. De vogelverschrikkers zijn het effectiefst wanneer die uit zoveel mogelijk onvoorspelbare elementen bestaan, zoals abrupte geluiden of periodiek volledig opblazen, zoals bij de Scary Man. Aangezien veel soorten vogels snel gewend raken aan verstoring in de omgeving (er ontstaat een verminderd schrikeffect als de verstoringsbron geen invloed heeft op de overleving van het individu), is het van belang dat deze onverwachte gebeurtenissen meermaals (binnen een uur) plaatsvinden. Daarbij dient de vogelverschrikker minimaal om de vijf dagen te worden verplaatst, zodat de ‘angst voor het nieuwe’ blijft bestaan. Onder deze voorwaarden varieert de duur van het verjagingseffect bij eenden, waterhoenen en koeten van enkele dagen tot weken, en is daarom ecologisch effectief te noemen. De effectiviteit van dergelijke vogelverschrikkers is met name onderzocht voor eenden, waterhoenen en koeten in open gebieden, zoals akkers en weilanden.

Voor grondgebonden teelt kan de vogelverschrikker op grondniveau worden geplaatst. De geschatte dekking van deze maatregel is 1 tot 4 hectare. Het is belangrijk dat de grondgebruiker zich bewust is van mogelijk negatieve effecten van het gebruik van dit middel op andere aanwezige diersoorten. Zo zou de inzet van een vogelverschrikker met akoestische en bewegende delen in het voorjaar weidevogels of doortrekkende steltlopers (o.a. kievit, wulp, goudplevier) kunnen verstoren, maar dit is nog onvoldoende onderzocht. Tegelijkertijd kan het ook een wenselijk bijkomend effect opleveren wanneer andere overlastgevende dieren (o.a. duiven, kleine zangvogels, kraaiachtigen, ganzen, meeuwen) wel verjaagd worden. Het is mogelijk om deze maatregel te combineren met andere verjagingsmaatregelen, zoals het aantrekken/inzetten van roofvogels en lasers.

Praktische inzetbaarheid

Vogelverschrikkers met akoestische en bewegende delen worden elektrisch bediend en opgeblazen in minder dan 30 seconden. Gebruikers kunnen bij de modernere versies van de Scary Man intervallen en aanvangs- en eindtijden zelf instellen.

De Scary Man produceert een luid geluid en beschikt over verlichting. Beide kunnen onafhankelijk van elkaar aan- of uitgeschakeld worden. De Scary Man werkt op een accu van 12 volt. Wanneer dat niet wenselijk is kan een 220V/12V-adapter worden gebruikt. Deze maatregel is toepasbaar op alle vormen van landgebruik. Wanneer de vogelverschrikker niet zichtbaar of hoorbaar is voor de eenden, waterhoenen en koeten (bijvoorbeeld door maïsteelt) is de maatregel minder goed toepasbaar.

Het apparaat is gemakkelijk te installeren in 10 tot 30 minuten. De verdere tijdsinspanning is afhankelijk van de gewenste frequentie van verplaatsing en afstelling. De aanschafkosten voor dit type vogelverschrikker kunnen uiteenlopen van €500 tot €700. De body is afzonderlijk aan te schaffen voor €75 tot €100. Er dient wel een accu van 12 volt te worden aangeschaft om de Scary Man te laten werken. Daarbij liggen de kosten tussen de €100 en €250. De accu van de Scary Man kan ook worden geladen door middel van een zonnepaneel. De kosten hiervan zijn ongeveer €140. In plaats van een accu kan ook een adapter (220V/12V) worden gebruikt. Deze kost ongeveer €200.

Een Scary Man heeft een levensduur van 10 tot 15 jaar. Mogelijk is de body eerder aan vervanging toe, die afzonderlijk kan worden aangeschaft. De onderhoudskosten zijn laag. Indien er een klein gat in de body ontstaat, kan dit met gewone tape worden verholpen.

De Scary Man kan ongewenste effecten hebben op mensen (in de vorm van overlast) als het apparaat te dicht bij de bebouwde kom of een recreatiegebied staat. Houd er bij het gebruik van een knalapparaat rekening mee dat dit schrikreacties en klachten kan veroorzaken van mensen uit de nabije omgeving. De Scary Man is het gehele jaar inzetbaar en is gemakkelijk in gebruik. Het instellen van de juiste waarden (tijden, geluid, licht) kan complex zijn indien de gebruiker daar nog geen ervaring mee heeft.

Wet- en regelgeving

Er zullen voorzorgsmaatregelen moeten worden getroffen die afhankelijk zijn van de aard van de visuele maatregelen. Bij plaatsing in bermen zal bovendien toestemming van de wegbeheerder vereist zijn. De toepassing van visuele verjagingsmiddelen valt over het algemeen onder agrarisch gebruik en is daarom toegestaan.

3.2 Akoestische maatregelen

Akoestische maatregelen behalen hun effect door middel van geluiden. Schadeveroorzakende dieren worden hierdoor afgeschrikt. In deze paragraaf worden de effectief beoordeelde maatregelen toegelicht.

3.2.1 Vogelafweerpistool

Een vogelafweerpistool bestaat uit een standaard alarm- of startpistool, voorzien van een opschroefbare schietbuis. Deze maatregel is vooral goed toepasbaar bij eenden, maar kan ook voor koeten en waterhoenen werken.
Tabel 7: Score voor vogelafweerpistool op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Tabel 7: Score voor vogelafweerpistool op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Ecologische effectiviteit

Een vogelafweerpistool heeft een hoge, directe effectiviteit (schrikreactie en weglopen/- vliegen) en kan eenden, waterhoenen en koeten voor enkele uren tot dagen verjagen van een perceel. Het geluid van een geweerschot kan door eenden, waterhoenen en koeten worden geassocieerd met ernstige dreiging. Er zijn echter ook onderzoeken die aantonen dat het effect van verjaging door een vogelafweerpistool vergelijkbaar is met verjaging door fysieke aanwezigheid van de mens. Na deze verjaagtijd bestaat de kans dat de vogels het perceel opnieuw zullen betreden, waarbij herhaaldelijk verjagen het verjaagsucces en de terugkeertijd naar het perceel kan vergroten. Er treedt een lage mate van gewenning op, mits het vogelafweerpistool op onvoorspelbare wijze wordt gebruikt. De maatregel werkt op perceelsniveau.

De gebruiker van het vogelafweerpistool moet rekening houden met andere dieren in het gebied. Het vogelafweerpistool kan hier namelijk ongewenste effecten (geluidsoverlast) op hebben. Het vogelafweerpistool kan ook wenselijke neveneffecten hebben op andere overlastgevende dieren op het land, zoals duiven, ganzen, kraaiachtigen en meeuwen.

Het vogelafweerpistool moet worden gecombineerd met visuele maatregelen (zoals vlaggen en linten) en/of beheersmaatregelen (zoals ondersteunend afschot). Dit zal het succes van verjaging vergroten en de kans op gewenning verkleinen.

Praktische inzetbaarheid

De schutter schiet twee tot drie vogelafweerpatronen per perceel per keer met het pistool. Deze patronen ontploffen op een hoogte van 40 tot 60 meter (als knaller of giller, eventueel gecombineerd met lichteffecten).

Het vogelafweerpistool is goed toepasbaar op alle landgebruiksvormen. In de veehouderij is deze maatregel niet toepasbaar in geval van weidegang van het vee, omdat de knallen schrikreacties kunnen veroorzaken.

Het gebruik van een vogelafweerpistool is arbeidsintensief, omdat percelen minimaal tweemaal per dag moeten worden gecontroleerd en eventuele aanwezige vogels moeten worden verjaagd. Het gebruik van een vogelafweerpistool neemt slechts enkele minuten in beslag op het perceel, maar afhankelijk van de afstand tot het perceel kan de tijdsinspanning toenemen.

De aanschafkosten bedragen ongeveer €135 tot €150. Daarnaast moet de verjager jaarlijks ongeveer €65 betalen voor de verlenging van zijn wapenvergunning. Het pistool schiet met losse flodders, waarvoor de kosten variëren van €1 tot €2 per patroon. De levensduur is afhankelijk van de frequentie van het gebruik. De verwachting is dat het pistool bij intensief gebruik minimaal 5 jaar mee kan gaan en bij beperkt gebruik tot wel 20 jaar. Als het pistool regelmatig wordt schoongemaakt hoeft verder geen onderhoud plaats te vinden.

Het vogelafweerpistool heeft ongewenste effecten op mensen in de vorm van overlast indien er te dicht bij de bebouwde kom of een recreatiegebied wordt geschoten. Houd er bij het gebruik van een vogelafweerpistool rekening mee dat het geluid schrikreacties en klachten kan geven door mensen uit de omgeving. Een vogelafweerpistool mag in de basis het gehele jaar worden gebruikt.

De richtlijnen voor het gebruik van het vogelafweerpistool zijn:

  • percelen minimaal tweemaal per dag controleren en eventuele aanwezige vogels verjagen;
  • zorgen dat het gebruik van dit middel controleerbaar is; een ondertekende verklaring van de eigenaar van het vogelafweerpistool dat hij het middel bij u heeft ingezet, volstaat (eventueel moet u lege patronen of nota’s bewaren).

Wet- en regelgeving

Het is aannemelijk dat de regelgeving uit het omgevingsplan of plaatselijke verordening medebepalend is voor welke akoestische maatregelen kunnen worden toegepast. Er kunnen bijvoorbeeld beperkingen gelden voor het gebruik van bepaalde apparatuur ten aanzien van de locatie, periode en het soort apparatuur. Dit is met name relevant bij plaatsing in de buurt van (woon)bebouwing.

Het vogelafweerpistool kent nadere regelgeving voor rechtmatig gebruik. Het vogelafweerpistool is een vuurwapen en valt onder de Wet Wapens en Munitie. Daarom hebt u een bijzondere machtiging van de korpschef van de regiopolitie nodig om er een te mogen bezitten en te gebruiken. In sommige gemeenten kunnen aanvullende eisen gelden ten aanzien van het gebruik op specifieke locaties.

Er kunnen ook beperkingen gelden voor het gebruik van akoestische maatregelen rond natuurgebieden (Natura2000) en binnen stiltegebieden die door provincies zijn aangewezen (waar eveneens beperkingen ten aanzien van het gebruik van verstorende geluidsbronnen gelden om de stilte binnen deze gebieden te bewaren).

3.3 Afschermingsmaatregelen

Afschermingsmaatregelen behalen hun effect door schadeveroorzakende dieren te weerhouden van het betreden van een perceel. In deze paragraaf worden de effectief beoordeelde maatregelen toegelicht.

3.3.1 Afrasteringsnet

Door het plaatsen van een afrasteringsnet tussen het perceel en het water voorkomt dat eenden, koeten en waterhoenen het perceel niet kunnen betreden.

Tabel 8: Score voor afrasteringsnet op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Tabel 8: Score voor afrasteringsnet op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Ecologische effectiviteit

Een afrasteringsnet (circa 50 centimeter hoog, eventueel gecombineerd met schrikdraad) langs waterlopen heeft een hoge, directe effectiviteit (fysieke afscherming/ belemmering) en voorkomt dat koeten en ouderparen met niet-vliegvlugge jongen op een landbouwperceel foerageren. De maatregel werkt op perceelsniveau. De vermindering van schade is zeer hoog.

Het afrasteringsnet moet regelmatig worden gecontroleerd op gebreken (hazen knagen nog weleens een net kapot) en het vastzitten van jongen of andere kleine dieren. Een net kan ook wenselijke neveneffecten hebben op andere overlastgevende dieren, zoals de wering van ganzen.

Praktische inzetbaarheid

Afrastering is vooral toepasbaar voor koeten omdat zij meestal lopend de percelen betreden. Daarnaast werken de netten ook tegen waterhoenen en eenden met jongen die nog niet kunnen vliegen. Alle plekken tussen het perceel en het water moeten worden afgezet om te voorkomen dat de dieren het perceel betreden. De afrasteringsnetten bestaan uit nylon of metaal. De maaswijdte mag maximaal 5 centimeter zijn, zodat de jongen er niet doorheen kunnen. Het net moet ongeveer 50 centimeter hoog zijn, er moet om de 4 meter (of minder) een paal worden geplaatst. Als extra afscherming kan er op 10 of 15 centimeter hoogte schrikdraad worden geplaatst.

Deze maatregel is met name rendabel bij kapitaalintensieve gewassen en vollegrondsgroenteteelt. Het plaatsen van een afrasteringsnet is redelijk arbeidsintensief. Daarnaast is er wekelijks een controle nodig om de effectieve werking van afrasteringsnetten te garanderen. De tijdsbesteding is afhankelijk van de schade aan het net; soms volstaat een controleronde, soms zal het net moeten worden hersteld. Voor optimale werking moet onder meer roest worden bestreden, vuil en bladeren worden verwijderd en begroeiing worden voorkomen. In het geval van een schrikdraad moet er worden gecontroleerd of er geen begroeiing tegen het schrikdraad komt waardoor stroom weglekt.

De aanschafkosten van een afrasteringsnet inclusief palen bedragen zo’n €4.000 per kilometer (€4 per meter). De prijs is sterk afhankelijk van de kwaliteit van het afrasteringsnet en de materiaalkeuze.

De bijkomende kosten voor een 12 volt schrikdraadapparaat, inclusief schrikdraad, zijn afhankelijk van de omtrek van het perceel. De kosten liggen gemiddeld tussen €100 en €500. Daarbij zijn de kosten voor een accu van 12 volt vergelijkbaar, tussen €100 en €250. Daarnaast zijn er apparaten beschikbaar die werken op zonnepanelen, zodat het schrikdraadapparaat ook kan worden gebruikt op afgelegen percelen zonder toegang tot het stroomnet. De zonnepanelen zijn in verschillende maten verkrijgbaar, de benodigde afmeting hangt sterk af van de omtrek van het perceel. De kosten voor de meest gangbare apparaten liggen tussen de €500 tot €700, maar er zijn ook duurdere varianten beschikbaar.

De plaatsing van een afrasteringsnet op eigen perceel zorgt niet voor verstoringen voor mensen. Het net kan eventueel in de weg staan bij landwerkzaamheden. De installatie van het afrasteringsnet is arbeidsintensief en moet nauwkeurig worden uitgevoerd. In het geval dat er ook schrikdraad wordt geplaatst, kan de plaatsing complexer zijn. Een afrasteringsnet met schrikdraad kan worden geïnstalleerd door een extern bedrijf.

3.3.2 Elektrische afwering (vast)

Tabel 9: Score voor elektrische afwering (vast) op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Tabel 9: Score voor elektrische afwering (vast) op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Ecologische effectiviteit

Net als het afrasteringsnet wordt een elektrisch raster tussen het water en het gewas aangebracht. Deze maatregel heeft een hoge, directe effectiviteit (fysieke afscherming/belemmering) en voorkomt dat koeten, waterhoenen (en mogelijkerwijs eenden) op een perceel foerageren. De duurzaamheid van het verjagingseffect is in principe voor onbepaalde tijd, mits het raster goed wordt onderhouden. De kans op gewenning is zeer laag omdat een elektrische draadraster een stroomstoot afgeeft zodra een dier ermee in aanraking komt. De maatregel werkt op perceelsniveau en de vermindering van schade is zeer hoog.

De mate waarin een elektrische afscherming ook effect heeft op andere diersoorten hangt af van het type afscherming. Het gebruik van meerdere elektrische draden heeft bijvoorbeeld minder invloed op andere diersoorten dan andere vormen van elektrische afscherming. Het is belangrijk dat de afscherming op de juiste manier wordt geplaatst en goed wordt onderhouden. Een raster kan wenselijke neveneffecten hebben op andere overlastgevende dieren op het land, zoals de wering van ganzen met hun jongen. Het is niet nodig om een gaasraster te combineren met andere maatregelen; enkel een goed geplaatst en onderhouden gaasraster voldoet in zijn functie om schade van koeten tegen te gaan.

Praktische inzetbaarheid

Voor het weren van koeten, waterhoenen en eenden kan een gedegen constructie bestaan uit vier draden (verzinkt 2,5 millimeter), tussenpalen (1,80 meter lang, diameter 10 centimeter), hoek- en eindpalen en om de 100 meter (2,50 meter lang, diameter 12/14 centimeter). De draden dient te worden bevestigd in de isolatoren. De onderste draad moet zo laag mogelijk worden geplaatst zonder de beplanting te raken. Eventueel kan er een laag schrikdraad worden geplaatst zodat de eenden, waterhoenen en koeten er niet onderdoor kunnen. Om de 100 meter dient een roterende draadspanner met hoekisolator te worden bevestigd. De draden moeten worden voorzien van stroom (minimaal 6,0 kV). Afhankelijk van de perceelsgrootte en de omstandigheden kan een schrikdraad apparaat worden geïnstalleerd.

Het permanente karakter van elektrische rasters maakt die vooral geschikt voor meerjarige teelten (bijvoorbeeld fruitpercelen, boomteelt). In geval van zware schadepercelen zijn de gaasrasters ook geschikt voor akker- en graslanden.

Het plaatsen van elektrische afscherming rondom het perceel is erg arbeidsintensief. Daarnaast is wekelijks controle nodig om de effectieve werking van gaasrasters te garanderen. De tijdsbesteding is afhankelijk van de schade aan de rasters; soms volstaat een controleronde, soms zal het gaas moeten worden hersteld.

De aanschafkosten van de materialen bedragen ongeveer €3 per meter. Voor een hectare komt dat neer op €1.200. De montageprijs is ongeveer €5 per meter, wat neerkomt op €2.000 per hectare. De bijkomende kosten voor een 12 volt schrikdraadapparaat zijn afhankelijk van de omtrek van het perceel. De kosten liggen gemiddeld tussen de €100 en €500. De kosten voor een accu liggen tussen de €100 en €250. Daarnaast zijn er schrikdraadapparaten beschikbaar die werken op zonnepanelen, zodat die ook kunnen worden gebruikt op afgelegen percelen zonder toegang tot het stroomnet. De zonnepanelen zijn in verschillende maten verkrijgbaar, de benodigde afmeting hangt sterk af van de omtrek van het perceel. De kosten voor de meest gangbare apparaten liggen tussen de €500 tot €700, maar er zijn ook duurdere varianten beschikbaar.

Een raster heeft een levensduur van 15 tot 25 jaar, afhankelijk van het type paal. Het onderhoud is arbeidsintensief omdat er voor optimale werking wordt aangeraden de begroeiing op maximaal 10 centimeter hoogte te houden.

De plaatsing van een elektrisch raster op eigen perceel zorgt niet voor verstoringen voor mensen. Het raster kan jaarrond blijven staan. Elektrische rasters zijn goedkoper en eenvoudiger te (ver)plaatsen dan gaasrasters, maar hebben meer toezicht en onderhoud nodig. De schrikdraadapparaten zijn bovendien diefstalgevoelig wanneer deze onbeheerd in het land staan.

Wet- en regelgeving

Het plaatsen van een elektrisch draadraster kan een goede oplossing zijn voor het beschermen van gewassen. Desalniettemin mag niet op iedere plek mag een bouwwerk worden geplaatst. Voor mogelijkheden is het gemeentelijk omgevingsplan veelal leidend. Een bouwwerk wordt gedefinieerd als ‘een constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren, met inbegrip van de daarvan deel uitmakende bouwwerkgebonden installaties anders dan een schip dat wordt gebruikt voor verblijf van personen en dat is bestemd en wordt gebruikt voor de vaart’ (bijlage bij art. 1.1 Ow). Voor het oprichten van een bouwwerk is vaak een omgevingsvergunning noodzakelijk. Het is daarom verstandig om bij twijfel de gemeente om een oordeel te vragen.

3.3.3 Afdeknetten

Afdeknetten worden in de fruitteelt gebruikt om vogels te weren. De netten moeten strak worden gespannen op een frame van palen en touwen. Afdeknetten worden ook gebruikt ter bescherming van opgeslagen ruwvoer.

Tabel 10: Score voor afdeknetten op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Tabel 10: Score voor afdeknetten op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Figuur 2: Afdeknetten tegen eenden, koeten en waterhoenen

Figuur 2: Afdeknetten tegen eenden, koeten en waterhoenen

Ecologische effectiviteit

Het gebruik van afdeknetten is een ecologisch effectieve maatregel met een langdurig positief effect. Een afdeknet is het effectiefst als een perceel volledig wordt omheind (bovenkant en zijkanten). Zolang de netten volgens de richtlijnen worden geplaatst is de kans op gewenning erg laag en biedt het net bescherming voor onbepaalde tijd.  Het is van belang om de netten goed te plaatsen, zodat er geen zwakke plekken zijn waardoor roofvogels alsnog kunnen binnendringen.

Afdeknetten kunnen op percelen van verschillende groottes worden gebruikt. Het gebruik van afdeknetten heeft een beperkt effect op andere diersoorten buiten het perceel. De inzet van afdeknetten stelt de gebruiker in staat om ook andere (ongewenste) vogelsoorten van het perceel af te houden.

Ongewenste effecten op dieren kunnen optreden in de vorm van verstrikking, wat mogelijk is als de netten niet strak genoeg worden gespannen. Daarnaast kunnen de netten een deel van het daglicht wegnemen, wat invloed kan hebben op de vruchtzetting, de groei en het suikergehalte van het fruit.

Praktijkervaring heeft uitgewezen dat vogels in sommige gevallen een afgedekt perceel toch binnen weten te dringen. In dit geval wordt aangeraden om deze maatregel te combineren met andere methoden, zoals akoestische maatregelen.

Praktische inzetbaarheid

Afdeknetten worden gebruikt om verschillende vogelsoorten te weren. De netten kunnen los over het gewas worden gelegd of worden opgehangen aan een frame van palen en touwen. Gebruik stevige, fijnmazige netten. Netten werken op perceelsniveau, de enige beperking is de hoeveelheid net die mogelijkerwijs kan worden gespannen.

De netten kunnen worden toegepast op alle landgebruiksvormen, maar is voornamelijk geschikt voor de fruitteelt en kleinere gewassen. Daarentegen is het gebruik van netten minder geschikt voor de akkerbouw en graslandpercelen, omdat die voor de uitvoering van landbouwwerkzaamheden soms verwijderd zullen moeten worden. De maatregel is daarom het best toepasbaar bij permanente of meerjarige teelt, zodat het afdeknet zelden verwijderd hoeft te worden.

De afdeknetten worden opgehangen aan een frame van palen en touwen en strak gespannen. Voor het opzetten moet ongeveer worden gerekend op een tijdsinvestering van 80 uur. Het verwijderen van de netten zal enkele tot tientallen uren per hectare in beslag nemen, afhankelijk van hoe de netten bevestigd zijn. Houd er rekening mee dat het net kan beschadigen wanneer dat moet worden verplaatst.

De kosten voor 100 vierkante meter afdeknet variëren van €40 tot €150. Dit betekent dat een hectare afdeknet ongeveer €4.000 tot €15.000 zal kosten. Houten palen kosten tussen de €10 en €20 per stuk. Het verschil in kwaliteit van de netten en palen draagt bij aan de grote prijsrange. Door de hoge kosten is deze methode alleen rendabel bij navenant hoge schade. De kosten kunnen echter wel worden afgeschreven over vele jaren. Deze maatregel kan wel een forse reductie van de schade opleveren.

Afdeknetten hebben een lange levensduur, mits die goed worden gebruikt en opgeslagen. De netten zullen gemiddeld 10 tot 15 jaar meegaan. Een klein gat kunt u zelf bij elkaar knopen met een touw. Mocht er grote schade ontstaan, dan zal soms het gehele net moeten worden vervangen.

Er zijn geen ongewenste effecten op mensen bij gebruik van afdeknetten. Enkel het aanzicht van de gewassen zal veranderen. De afdeknetten zijn op ieder moment van het jaar inzetbaar, tenzij er landbouwwerkzaamheden plaatsvinden.

Wet- en regelgeving

Bij afschermingsmaatregelen moet rekening worden gehouden met ongewenste effecten, zoals het vangen van beschermde vogels in netten. In beginsel is het gebruik van netten daarom omgevingsvergunningplichtig. Netten zijn aangewezen in bijlage IV, onder a, bij die Vogelrichtlijn en daarom verboden om toe te passen zonder omgevingsvergunning als vangmiddel (art. 11.40 Bal). Het zich buiten een gebouw bevinden met een net, geschikt en bestemd voor het vangen van vogels is verboden (art.11.72 Bal). Bij het afschermen van gewassen is uiteraard niet het doel om vogels te vangen, maar onzorgvuldig gebruik als afschermmiddel kan wel worden geïnterpreteerd als aanmerkelijk risico op het vangen van vogels, waarmee in de zin van art. 11.37 van het Bal toch opzettelijk vogels worden gevangen (voorwaardelijke opzet). Stevige, fijnmazige netten moeten daarom strak worden gespannen en moeten op spanning blijven. Het moet te allen tijde worden voorkomen dat vogels onder de netten door kunnen komen en alsnog worden gevangen.

3.3.4 Vliesdoek

Vliesdoeken worden ingezet om ingezaaide en opkomende gewassen te beschermen tegen nachtvorst, uitdroging en insecten. Vliesdoek is zeer licht. Het is lucht- en waterdoorlatend en uv-bestendig. Vliesdoek laat 90 procent van het licht door en beperkt het vochtverlies. In het voorjaar kan het aanbrengen van vliesdoek de teelt van verschillende groenten – waaronder wortelen, bieten, kolen, en planten in de sierteelt – met 1 tot 3 weken vervroegen. Deze doeken kunnen een fysieke barrière vormen voor vogels.

Tabel 11: Score voor vliesdoek op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Tabel 11: Score voor vliesdoek op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Figuur 3: Vliesdoek tegen eenden, koeten en waterhoenen

Figuur 3: Vliesdoek tegen eenden, koeten en waterhoenen

Ecologische effectiviteit

Hoewel er voldoende onderzoeken zijn die de effectiviteit van vliesdoeken tegen insectenschade bewijzen, zijn er geen wetenschappelijke onderzoeken naar de effectiviteit tegen vogels. Er zijn vanuit de praktijk echter goede ervaringen met het uitsluiten van vogels via vliesdoek. Er wordt aangenomen dat vliesdoeken voor het uitsluiten van eenden, koeten en waterhoenen een matige ecologische effectiviteit hebben. Soms ontdekken intelligente eenden, koeten of waterhoenen hoe ze de doeken kunnen verwijderen of kapotmaken. Vliesdoeken kunnen echter wel een tijdelijke bescherming vormen voor kwetsbare jonge gewassen. Er bestaat een matige kans op gewenning.

Vliesdoeken werken op perceelsniveau. Vliesdoeken kunnen wenselijke neveneffecten hebben op insecten en andere vogelsoorten die schade kunnen veroorzaken. Daarnaast beschermen de doeken jonge planten tegen nachtvorst, waardoor het groeiseizoen met enkele weken kan worden vervroegd. Aangezien vliesdoeken doorgaans van synthetisch materiaal worden gemaakt, kunnen ongewenste effecten optreden in de vorm van vervuiling.

Praktische inzetbaarheid

De vliesdoeken worden los over de gewassen gelegd en rondom ingegraven of bevestigd met netbeugels of stenen. Het vliesdoek kan in principe op alle landgebruiksvormen worden gebruikt, maar wordt voornamelijk toegepast op lage gewassen. Het kan eventueel een paar keer per jaar worden verwijderd.

De tijdsinspanning voor het plaatsen van de vliesdoeken varieert tussen de 10 en 20 uur per hectare. De kosten voor het vliesdoek komen uit op €0,25 tot €1 per vierkante meter vliesdoek. De kosten zijn dus afhankelijk van de hoeveelheid vierkante meter die moet worden bedekt. De kosten voor de bedekking van een hectare bedragen €2.500 tot €10.000. Netbeugels om het doek mee vast te zetten kosten rond de €0,30 per stuk. Het kan een voordeel zijn dat deze maatregel mogelijk leidt tot hogere opbrengsten door de vervroeging van de groei, vermindering van verliezen en lagere kosten voor gewasbeschermingsmiddelen.

Een vliesdoek gaat gemiddeld drie jaar mee. Houd er rekening mee dat het doek soms eerder vervangen moet worden door windschade. Daarnaast zijn er situaties voorgevallen waarbij wilde eenden en grauwe ganzen door het vliesdoek hebben gepikt.

In principe wordt een vliesdoek gebruikt als bescherming tegen de vorst en wordt het dus voornamelijk in de wintermaanden gebruikt. Voor de preventie van schade door eenden, koeten of waterhoenen kan deze maatregel ook buiten de wintermaanden worden gebruikt. In de zomermaanden helpt een vliesdoek tegen oververhitting en zonnebrand, terwijl de gewassen wel voldoende licht krijgen. Het vliesdoek kan landwerkzaamheden hinderen en moet bij bewerking van het land mogelijk worden verwijderd.

Het gebruik van de vliesdoeken is niet complex, maar de doeken moeten wel met meerdere mensen worden geplaatst. Het bevestigen van vliesdoeken met netbeugels of stenen vergt enige vaardigheid.

Wet- en regelgeving

Bij afschermingsmaatregelen moet rekening worden gehouden met ongewenste effecten, zoals het vangen van beschermde vogels. Vliesdoeken moeten zodanig worden toegepast dat ze geen gevaar opleveren voor het onbedoeld vangen van vogels. Bij het afschermen van gewassen is uiteraard niet het doel om vogels te vangen, maar onzorgvuldig gebruik als afschermmiddel kan wel worden geïnterpreteerd als aanmerkelijk risico op het vangen van vogels, waarmee in de zin van art. 11.37 van het Bal toch opzettelijk vogels worden gevangen (voorwaardelijke opzet). Het moet te allen tijde worden voorkomen dat vogels onder de vliesdoeken kunnen komen en alsnog worden gevangen.

3.4 Beheermaatregelen

Beheermaatregelen behalen hun effect door schadeveroorzakende dieren te doden. In deze paragraaf worden de effectief beoordeelde maatregelen toegelicht.

3.4.1 Ondersteunend afschot

Bij ondersteunend afschot worden er dieren geschoten en gaat het om directe schadebestrijding.

Tabel 12: Score voor ondersteunend afschot op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Tabel 12: Score voor ondersteunend afschot op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Ecologische effectiviteit

De directe effectiviteit van verjaging door middel van ondersteunend afschot van eenden, waterhoenen of koeten is zeer hoog door een schrikreactie. De kans op gewenning is laag, met name als het afschot op willekeurige basis is (onvoorspelbaar). De maatregel heeft een middelmatige ecologische effectiviteit, omdat het onbekend is hoe duurzaam het verjagingseffect zal zijn en hoe omvangrijk de daadwerkelijke schadevermindering is. Bij gebrek aan onderzoek naar eenden, waterhoenen koeten kan naar effecten op ganzen worden gekeken. Uit die onderzoeken blijkt dat ganzen gebieden waar ondersteunden afschot plaatsvindt zullen mijden. Deze maatregel kan dus bijdragen aan een afschrikkende werking, waarschijnlijk vanwege de associatie met mortaliteit. Het blijkt ook dat sociaal georganiseerde dieren die in groepsverband foerageren, een hoog lerend vermogen hebben. Een gecoördineerde aanpak van verjaging door middel van afschot door jagers blijkt effectief.

Ondersteunend afschot werkt op perceelsniveau, maar kan op schaal van meerdere bedrijven of zelfs regio’s gericht zijn. De grondgebruiker moet rekening houden met de inzet van ondersteunend afschot indien er zich weidevogels in het gebied bevinden. Ondersteunend afschot kan namelijk ongewenste effecten hebben op deze soortgroep (geluidsoverlast en schrikreactie).

Het toepassen van ondersteunend afschot kan tegelijkertijd ook andere overlastgevende dieren verjagen die op het land aanwezig zijn, zoals duiven, ganzen, zwanen, kraaiachtigen en meeuwen.

Verjaging met ondersteunend afschot blijkt effectiever dan verjaging zonder afschot vanwege de afschrikkende werking van afschot en de associatie die dieren daardoor leggen met niet-dodelijke verjaagmiddelen. Afschot kan dus goed gecombineerd worden met andere (visuele) maatregelen.

Praktische inzetbaarheid

Bij ondersteunend afschot worden individuele dieren ter verjaging geschoten en gaat het om directe schadebestrijding. Dit gebeurt op het perceel. Hierbij wordt minimaal twee keer per week schade bestreden door middel van afschot van de schadeveroorzakende diersoort in de periode dat er schade wordt veroorzaakt.

Ondersteunend afschot kan worden toegepast op alle landgebruiksvormen, hoewel die methode afhankelijk van het seizoen enorm wordt bemoeilijkt vanwege dekking en belemmering van zicht (denk bijvoorbeeld aan de maïsteelt).

De tijdsinspanning van de agrariër bij ondersteunend afschot is beperkt tot het overleg met de jager. Er zijn voor agrariërs momenteel geen kosten verbonden aan de uitvoering van ondersteunend afschot door jagers. De (indirecte) kosten en tijdsbesteding voor de uitvoering van deze maatregel zijn hoog en komen ten laste van de jager.

Ondersteunend afschot heeft ongewenste effecten op mensen in de vorm van overlast indien er te dicht bij de bebouwde kom of een recreatiegebied wordt geschoten. Er dient rekening te worden gehouden met de veiligheid van mensen, maar ook met mogelijke schrikreacties en klachten. Dodelijk afschot sluit mogelijk minder goed aan bij de visie op natuur en dierenwelzijn van een aantal gebiedspartijen.

Wet- en regelgeving

Ondersteunend afschot is alleen mogelijk indien een specifieke toestemming op basis van de Omgevingswet is verkregen. Dit kan gaan om een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit voor het doden van een schadeveroorzakende soort, of een aanwijzing als vergunningvrije activiteit voor bepaalde soorten in een omgevingsverordening. Ook aan het gebruik van een (jacht)geweer zijn voorwaarden verbonden, voortvloeiend uit de Wet Wapens en Munitie en de Omgevingswet.

Er mag op de wilde eend worden gejaagd in het jachtseizoen (15 augustus tot 31 januari), voor jagen buiten die periode moet een vergunning worden verleend.  Er is altijd een vergunning of machtiging nodig voor het afschieten van smient, waterhoen en meerkoet.

Provincies kunnen voor sommige soorten een vrijstelling van de vergunningplicht geven voor het verjagen met ondersteunend afschot door dat aan te wijzen als vergunningvrije activiteit. Dit mag alleen onder de voorwaarde dat er een faunabeheerplan voor de betreffende soort door de betreffende provincie is goedgekeurd. In beginsel hoeft bij het plegen van afschot op basis van deze goedkeuring geen rekening te worden gehouden met het effect van afschot op andere soorten.

4. Algemene juridische opmerkingen

Enkele algemene juridische opmerkingen rond het toepassen van preventieve middelen ter voorkoming van faunaschade

Er geldt een eigen verantwoordelijkheid voor het voorkomen of beperken van faunaschade aan eigendommen, gewassen of vee. Om voor een tegemoetkoming in faunaschade in aanmerking te komen, is het nemen van niet-dodelijke preventieve maatregelen daarom in de meeste gevallen vereist. In de Faunaschade Preventiekit voor verschillende diersoorten leest u hier meer over. Soms valt onder deze preventieplicht ook het doden van dieren. Het vangen en doden van beschermde dieren is in veel gevallen omgevingsvergunningplichtig. Soms geldt voor een specifieke soort binnen de provincie een vrijstelling van de vergunningplicht op grond van de provinciale omgevingsverordening. Het is steeds van belang om te onderzoeken of een soort op grond van een dergelijke regel mag worden gevangen of gedood, of dat er sprake is van een omgevingsvergunningsplicht.


Verjaging en verstoring nabij natuurgebieden

Op de Informatiekaart Natuur (IKN) op de website van BIJ12 is veel informatie te vinden over waar natuurgebieden liggen en welke beperkingen daar gelden. Hier kun je bijvoorbeeld de ligging van ganzenfoerageergebieden, Natuurnetwerk Nederland (ecologische hoofdstructuur) of Natura2000-gebieden aantreffen. Ook informatie over no-fly-zones voor drones is daar gepubliceerd. Actieve verstoring door verjaging met ondersteunend afschot of het gebruik van verstorende middelen kan omgevingsvergunningplichtig zijn in of nabij Natura2000-gebieden. Hier moet onderzoek naar worden gedaan door degene die de activiteit wil verrichten.