Zwanen

Bijgewerkt op: 24 juli 2024

De ‘Faunaschade PreventieKit’ voor de zwaan laat zien met welke preventieve maatregelen u gewasschade door zwanen kunt voorkomen of beperken.

Deze Faunaschade PreventieKit is geldig vanaf november 2024

1. Inleiding

Zwanen veroorzaken in Nederland aanzienlijke schade aan akkerlanden en graslanden. Het gaat hierbij om de knobbelzwaan, kleine zwaan en de wilde zwaan. De kleine zwaan en wilde zwaan hebben volledige bescherming en mogen in Nederland niet worden verstoord of verontrust. De maatregelen in deze Faunaschade PreventieKit gaan dus alleen op voor knobbelzwanen. De meeste knobbelzwanen komen voor in de provincies Zuid-Holland en Noord-Holland. Zodra zwanen ergens gevestigd zijn en hun territorium hebben uitgezet, blijven ze daar vaak hun hele leven. Nederland herbergt in zachte winters 60 procent van de totale wereldpopulatie kleine zwanen, dat aantal wordt geschat op 25.000 vogels. Van de wilde zwanen zijn er nog minder en ook zij zijn wintergasten. Vanwege die lage aantallen en hun kwetsbaarheid genieten deze soorten volledige bescherming.

In de Omgevingswet is vastgelegd dat iedereen zorg draagt voor levende dieren en planten en hun directe omgeving. Dit noemen we de zorgplicht voor natuur. De Beschermde Soorten Indicator (BeSi) helpt om aan deze zorgplicht te voldoen.

2. Gewasschade verspreid over het jaar

Akkerbouw Soort schade Soort zwaan Seizoen
Wintergraan Vraatschade, bevuiling en verslemping Kleine zwaan, wilde zwaan Herfst, winter, lente
Zomergraan Vraatschade, bevuiling en verslemping Knobbelzwaan Winter, lente
Koolzaad Vraatschade, bevuiling en verslemping Knobbelzwaan Herfst, winter, lente
Grasland Soort schade Soort zwaan Seizoen
Graszaad, graszoden en ingezaaid grasland Vraatschade en vertrapping Knobbelzwaan Jaarrond
Vraatschade Kleine zwaan, wilde zwaan Herfst, winter
Gras Vraatschade, vertrapping en bevuiling Knobbelzwaan Jaarrond
Vraatschade Kleine zwaan, wilde zwaan Herfst, winter

Tabel 1 t/m 2: Gewasschade verspreid over het jaar.

3. Preventieve maatregelen

De maatregelen ter voorkoming van gewasschade zijn ingedeeld in twee categorieën: akoestische maatregelen en afschermingsmaatregelen. Per maatregel wordt de ecologische effectiviteit, de praktische inzetbaarheid en waar nodig de wet- en regelgeving besproken. Het referentiejaar voor alle genoemde prijzen is 2024.

De maatregelen in deze preventiekit zijn als effectief beoordeeld op basis van onderzoek waarbij gebruik is gemaakt van beschikbare studies (wetenschappelijk of praktijk), beoordelingen door experts (expert judgement) en ervaringen van agrariërs uit de praktijk. Vaak zal het nemen van een enkele maatregel schade niet kunnen voorkomen. Het wordt aanbevolen om een combinatie van maatregelen te nemen, maar ook dat biedt geen volledige garantie om schade te voorkomen.

In onderstaande tabel worden alle preventieve maatregelen weergegeven met daarbij scores op drie indicatoren (ecologische effectiviteit, tijdsinspanning en kosten). De scores (laag, gemiddeld en hoog) geven aan hoe deze maatregel wordt beoordeeld ten opzichte van andere preventieve maatregelen binnen deze faunaschade preventiekit.

MAATREGELEN ECOLOGISCHE EFFECTIVITEIT TIJDSINSPANNING AGRARIËR KOSTEN AGRARIËR
Akoestisch
Knalapparaat Hoog Gemiddeld Hoog
Vogelafweerpistool Hoog Hoog Hoog
Afscherming
Afzetlint in visgraatpatroon Hoog Hoog Hoog

Tabel 3: Overzicht preventieve maatregelen voor zwanen.

3.1 Akoestische maatregelen

Akoestische maatregelen behalen hun effect door middel van geluiden. Schadeveroorzakende dieren worden hierdoor afgeschrikt. In deze paragraaf worden de effectief beoordeelde maatregelen toegelicht.

3.1.1 Knalapparaat

Een knalapparaat is een gaskanon dat luide explosies of knallen voortbrengt.

Tabel 4: Score voor knalapparaat op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Tabel 4: Score voor knalapparaat op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Knalapparaat

Figuur 1: Knalapparaat tegen zwanen

Ecologische effectiviteit

Een knalapparaat heeft een hoge, directe effectiviteit, mits onvoorspelbaar en onregelmatig gebruikt, en kan zwanen voor enkele dagen tot weken van het perceel verjagen indien het apparaat dagelijks wordt gebruikt. Na deze periode bestaat de kans dat de dieren opnieuw op het perceel zullen neerstrijken. Er treedt een lage mate van gewenning op, mits het knalapparaat willekeurig wordt gebruikt. Als een knalapparaat voorspelbaar en regelmatig wordt gebruikt, treedt snel gewenning op.

De grondgebruiker moet bij het gebruik van een knalapparaat rekening houden met andere dieren in het gebied. Het knalapparaat kan hier namelijk ongewenste effecten (geluidsoverlast) op hebben. Het knalapparaat kan ook wenselijke neveneffecten hebben op andere overlastgevende dieren op het land, zoals duiven, ganzen, kraaiachtigen, eenden en meeuwen.

Uit onderzoek blijkt dat het knalapparaat potentie heeft om in combinatie met andere maatregelen te worden gebruikt, zoals een Scary Man (visueel middel). Dit zal het succes van verjaging vergroten en de kans op gewenning verkleinen.

Praktische inzetbaarheid

Door de inzet van een knalapparaat worden de dieren weggejaagd maar niet verwond. Om gewenning te voorkomen wordt het aangeraden om het apparaat elke twee tot drie dagen te verplaatsen.

Het knalapparaat is goed toepasbaar in de akkerbouw en fruitteelt. Bij veehouderij is deze maatregel niet toepasbaar in geval van weidegang van het vee, omdat de knallen schrikreacties kunnen veroorzaken.

Het installeren van een knalapparaat kost gemiddeld 30 tot 60 minuten. Frequente (liefst dagelijkse) verplaatsing is vereist om gewenning bij ganzen te voorkomen.

De aanschafkosten van het apparaat variëren van €300 tot €800, afhankelijk van de opties die het knalapparaat heeft, willekeurige intervallen tussen de knallen en automatische programma’s via apps. De levensduur van het knalapparaat is 10 tot 15 jaar. De gasfles moet (afhankelijk van het model) na 15.000 tot 17.000 knallen worden vervangen. Dit kost ongeveer €50. Als het toestel schoon wordt gehouden is verder geen onderhoud noodzakelijk. Als de hoogspanningsgenerator defect gaat, kost vervanging €75 tot €100.

Het knalapparaat heeft ongewenste effecten op mensen in de vorm van overlast indien het apparaat te dicht bij de bebouwde kom of een recreatiegebied staat. Houd er bij het gebruik van het apparaat rekening mee dat knallen schrikreacties en klachten kunnen geven van mensen uit de omgeving. Het knalapparaat is niet het gehele jaar inzetbaar. Dit is afhankelijk van wanneer de gewassen op het veld staan en de regels van de gemeente.

Een simpele variant van het knalapparaat is gemakkelijk te gebruiken. Een geavanceerder model biedt de mogelijkheid om bijvoorbeeld intervallen en tijdsloten in te stellen. Indien de gebruiker geen ervaring heeft met het afstellen van een knalapparaat kan dat mogelijk enige complexiteit geven. Sommige knalapparaten maken ook gebruik van een app.

De richtlijnen voor het gebruik van het knalapparaat zijn:

  •  tijdsinterval tussen de knallen mag maximaal 30 minuten bedragen
  • < 5 hectare – 1 knalapparaat;
  • > 5 hectare – minimaal 1 knalapparaat per 5 hectare;
  • verplaats de apparaten iedere twee tot drie dagen.

Wet- en regelgeving

Afhankelijk van de aard van de te treffen akoestische maatregel is het aannemelijk dat regelgeving uit het omgevingsplan of plaatselijke verordening mede bepalend is voor het kunnen gebruik maken van, bijvoorbeeld, knalapparaten. Er kunnen bijvoorbeeld beperkingen aan het gebruik van knalapparatuur worden gesteld ten aanzien van de locatie, periode en gebruik van de apparatuur. Dit is met name relevant bij plaatsing in de buurt van (woon)bebouwing.

Ook kunnen rond natuurgebieden (Natura2000) beperkingen gelden ten aanzien van het gebruik van akoestische maatregelen en zijn binnen provincies stiltegebieden aangewezen waarbinnen ook beperkingen ten aanzien van het gebruik van verstorende geluidsbronnen gelden, om de stilte binnen deze gebieden te bewaren.

3.1.2 Vogelafweerpistool

Een vogelafweerpistool bestaat uit een standaard alarm- of startpistool, voorzien van een opschroefbare schietbuis.

Tabel 5: Score voor vogelafweerpistool op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Tabel 5: Score voor vogelafweerpistool op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Ecologische effectiviteit

Een vogelafweerpistool heeft een hoge, directe effectiviteit (schrikreactie en opvliegen) en kan zwanen voor enkele uren tot dagen verjagen van een perceel. Het geluid van een geweerschot zouden zwanen kunnen associëren met ernstige dreiging (dodelijke afloop na (ondersteunend) afschot). Er treedt een lage mate van gewenning op, mits het vogelafweerpistool op onvoorspelbare wijze wordt gebruikt. De maatregel werkt op perceelsniveau.

De gebruiker van het vogelafweerpistool moet rekening houden met andere dieren die in het gebied zitten wanneer het vogelafweerpistool wordt gebruikt. Het vogelafweerpistool kan hier namelijk ongewenste effecten (geluidsoverlast) op hebben.

Het vogelafweerpistool kan ook wenselijke neveneffecten hebben op andere overlastgevende dieren op het land, zoals duiven, ganzen, kraaiachtigen, eenden en meeuwen.

Uit onderzoek blijkt dat het vogelafweerpistool potentie heeft om in combinatie met visuele maatregelen te worden gebruikt, zoals een inzet van (getrainde) honden en/of een laser. Dit zal het succes van verjaging vergroten en de kans op gewenning verkleinen.

Praktische inzetbaarheid

De schutter schiet twee tot drie vogelafweerpatronen per perceel per keer met het pistool. Deze patronen ontploffen op een hoogte van 40 tot 60 meter (als knaller of giller, eventueel gecombineerd met lichteffecten).

Het vogelafweerpistool is goed toepasbaar op alle landgebruiksvormen. In de veehouderij is deze maatregel niet toepasbaar in geval van weidegang van het vee, omdat de knallen schrikreacties kunnen veroorzaken.

Het gebruik van een vogelafweerpistool is arbeidsintensief, omdat percelen minimaal tweemaal per dag moeten worden gecontroleerd en eventuele aanwezige vogels moeten worden verjaagd. Het gebruik van een vogelafweerpistool neemt slechts enkele minuten in beslag op het perceel, maar afhankelijk van de afstand tot het perceel kan de tijdsinspanning toenemen.

De aanschafkosten bedragen ongeveer €135 tot €150. Daarnaast moet de verjager jaarlijks ongeveer €65 betalen voor de verlenging van zijn wapenvergunning. Het pistool schiet met losse flodders, waarvoor de kosten variëren van €1 tot €2 per patroon. De levensduur is afhankelijk van de frequentie van het gebruik. De verwachting is dat het pistool bij intensief gebruik minimaal 5 jaar mee kan gaan en bij beperkt gebruik tot wel 20 jaar. Als het pistool regelmatig wordt schoongemaakt hoeft verder geen onderhoud plaats te vinden.

Het vogelafweerpistool heeft ongewenste effecten op mensen in de vorm van overlast indien er te dicht bij de bebouwde kom of een recreatiegebied wordt geschoten. Houd er bij het gebruik van een vogelafweerpistool rekening mee dat het geluid schrikreacties en klachten kan geven door mensen uit de omgeving. Een vogelafweerpistool mag in de basis het gehele jaar worden gebruikt.

De richtlijnen voor het gebruik van het vogelafweerpistool zijn:

  • percelen minimaal tweemaal per dag controleren en eventuele aanwezige vogels verjagen;
  • zorgen dat het gebruik van dit middel controleerbaar is; een ondertekende verklaring van de eigenaar van het vogelafweerpistool dat hij het middel bij u heeft ingezet, volstaat (eventueel moet u lege patronen of nota’s bewaren).

Wet- en regelgeving

Het is aannemelijk dat de regelgeving uit het omgevingsplan of plaatselijke verordening medebepalend is voor welke akoestische maatregelen kunnen worden toegepast. Er kunnen bijvoorbeeld beperkingen gelden voor het gebruik van bepaalde apparatuur ten aanzien van de locatie, periode en het soort apparatuur. Dit is met name relevant bij plaatsing in de buurt van (woon)bebouwing.

Het vogelafweerpistool kent nadere regelgeving voor rechtmatig gebruik. Het vogelafweerpistool is een vuurwapen en valt onder de Wet Wapens en Munitie. Daarom hebt u een bijzondere machtiging van de korpschef van de regiopolitie nodig om er een te mogen bezitten en te gebruiken. In sommige gemeenten kunnen aanvullende eisen gelden ten aanzien van het gebruik op specifieke locaties.

Er kunnen ook beperkingen gelden voor het gebruik van akoestische maatregelen rond natuurgebieden (Natura2000) en binnen stiltegebieden die door provincies zijn aangewezen (waar eveneens beperkingen ten aanzien van het gebruik van verstorende geluidsbronnen gelden om de stilte binnen deze gebieden te bewaren).

3.2 Afschermingsmaatregelen

Afschermingsmaatregelen behalen hun effect door schadeveroorzakende dieren te weerhouden van het betreden van een perceel. In deze paragraaf worden de effectief beoordeelde maatregelen toegelicht.

3.2.1 Afzetlint in visgraatpatroon

Deze maatregel betreft het plaatsen van lange stroken felgekleurd afzetlint in visgraatpatroon op akkers.

Tabel 6: Score voor afzetlint in visgraatpatroon op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Tabel 6: Score voor afzetlint in visgraatpatroon op belangrijke indicatoren, in vergelijking tot andere preventieve maatregelen binnen deze diergroep.

Figuur 2: Afzetlint in visgraatpatroon tegen zwanen

Figuur 2: Afzetlint in visgraatpatroon tegen zwanen

Ecologische effectiviteit

Het gebruik van afzetlint heeft een hoge, directe effectiviteit (schrikreactie en opvliegen) en kan zwanen voor enkele weken tot een maand verjagen van een perceel. Na die periode neemt de kans dat ze opnieuw zullen neerstrijken toe. Er treedt een lage mate van gewenning op en uit onderzoek is gebleken dat de daadwerkelijke vermindering van de schade hoog is. De maatregel is dus zeer effectief en werkt op perceelsniveau.

Voor zover bekend heeft het afzetlint geen ongewenste effecten op andere diersoorten. Eventuele wenselijke neveneffecten zouden kunnen zijn dat ook andere overlastgevende dieren worden geweerd, zoals ganzen, duiven, koeten, kraaiachtigen, eenden en meeuwen. Het afzetlint werkt mogelijk nog effectiever als dat wordt gecombineerd met akoestische maatregelen, zoals het knalapparaat of het vogelafweerpistool. Dit zal het succes van verjaging vergroten en de kans op gewenning verkleinen.

Praktische inzetbaarheid

Het afzetlint wordt over het hele perceel geplaatst in losse stukken van 30 meter (lint gespannen tussen palen). Dit wordt uitgezet om de zwanen af te schrikken. De stukken afzetlint worden verspreid over het perceel opgesteld in een visgraatpatroon (zie bijbehorend figuur voor een perceel van 4 hectare). De makkelijkste manier om het afzetlint te verdelen, is door eerst een palengrid uit te zetten over het gehele perceel. De onderlinge afstand tussen de palen moet ongeveer 20 meter zijn.

Het afzetlint moet opvallend zijn, bijvoorbeeld in een felle kleur als oranje. De stukken afzetlint worden ondersteund door minstens twee houten palen van ongeveer 90 centimeter lang. De vaste rijpaden voor landbouwvoertuigen moeten worden vrijgelaten. Het lint moet zo worden geplaatst dat routinematige werkzaamheden nog steeds kunnen worden uitgevoerd, zoals het besproeien van gewassen. Voor de toepassing van deze maatregel is het essentieel dat er vaste rijpaden aanwezig zijn en dat werkzaamheden op het perceel niet worden belemmerd door de plaatsing van afzetlint.

Deze afschermingsmaatregel is uitsluitend onderzocht op koolzaadvelden, waardoor niet met zekerheid kan worden vastgesteld of deze methode ook op andere landgebruiksvormen effectief is. Op wintergranen zouden de afzetlinten mogelijk kunnen werken, maar houd er rekening mee dat de linten boven het gewas moeten uitkomen en daarom waarschijnlijk op hogere palen moeten worden geplaatst. In dat geval moet er vervolgens worden nagekeken of de linten niet te hoog zijn voor de werkzaamheden van landbouwmachines. Verder kunnen de linten op sommige landbouwvormen (bijvoorbeeld grasland) de werkzaamheden op het land in de weg zitten..

De houten palen worden verankerd in de grond en mogen slechts tot een bepaalde hoogte uitsteken. Daar wordt vervolgens een lint van 30 meter aan bevestigd. Het opzetten van de linten kost minstens 3 uur per hectare.

De materiaalkosten van de linten en palen komen uit op ongeveer €35 tot €60 per hectare, afhankelijk van het aantal stroken afzetlint. Hoe meer vaste rijpaden op het perceel aanwezig zijn, hoe meer palen en stroken afzetlint nodig zijn, hoe hoger de kosten. Bovendien is het afzetlint in veel verschillende kwaliteiten verkrijgbaar. Kies voor een goede kwaliteit zodat het minder snel kapotgaat.

De afzetlinten hebben een levensduur van drie tot zeven jaar. Een hoge kwaliteit lint kan een lange tijd meegaan. In het geval dat de linten moeten worden verwijderd voor werkzaamheden op het veld, kunnen deze daarna weer worden hergebruikt. Als een lint breekt, moet het gehele stuk van 30 meter worden vervangen indien het lint tussen twee palen is gespannen. U kunt er ook voor kiezen om een lint te ondersteunen met meerdere palen, waardoor het lint minder kwetsbaar is voor wind. Bovendien is het in dat geval mogelijk om een beschadigd lint slechts gedeeltelijk te vervangen. Houten palen gaan over het algemeen 20 tot 25 jaar mee, afhankelijk van de houtkwaliteit.

De gemiddelde materiaalkosten voor onderhoud komen uit op ongeveer €5 tot €20 per hectare per jaar. Er zijn geen ongewenste effecten op mensen, maar er kan wel hinder ontstaan voor landbouwactiviteiten. Verder verandert het aanzicht omdat de linten verspreid op het perceel staan. De linten zijn het gehele jaar inzetbaar, tenzij die de werkzaamheden op het land verhinderen. De afzetlinten zullen dus zo nu en dan moeten worden verwijderd.

4. Algemene juridische opmerkingen

Enkele algemene juridische opmerkingen rond het toepassen van preventieve middelen ter voorkoming van faunaschade

Er geldt een eigen verantwoordelijkheid voor het voorkomen of beperken van faunaschade aan eigendommen, gewassen of vee. Om voor een tegemoetkoming in faunaschade in aanmerking te komen, is het nemen van niet-dodelijke preventieve maatregelen daarom in de meeste gevallen vereist. In de Faunaschade PreventieKit voor verschillende diersoorten leest u hier meer over. Soms valt onder deze preventieplicht ook het doden van dieren. Het vangen en doden van beschermde dieren is in veel gevallen omgevingsvergunningplichtig. Soms geldt voor een specifieke soort binnen de provincie een vrijstelling van de vergunningplicht op grond van de provinciale omgevingsverordening. Het is steeds van belang om te onderzoeken of een soort op grond van een dergelijke regel mag worden gevangen of gedood, of dat sprake is van een omgevingsvergunningsplicht.

___________________________________________________________________

Verjaging en verstoring nabij natuurgebieden

Op de Informatiekaart Natuur (IKN) op de website van BIJ12 is veel informatie te vinden over waar (beschermde natuurgebieden liggen en welke beperkingen daar gelden. Hier kun je bijvoorbeeld de ligging van ganzenrust- en foerageergebieden, Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen ecologische hoofdstructuur) of Natura2000-gebieden aantreffen. Ook informatie over no-fly-zones voor drones is daar gepubliceerd. Actieve verstoring door verjaging met ondersteunend afschot, of gebruik van verstorende middelen kan omgevingsvergunningplichtig zijn in of nabij Natura2000-gebieden. Hiernaar moet onderzoek worden gedaan door degene die de activiteit wil verrichten.