In de loop der eeuwen zijn in het Nederlandse landschap diverse landschapselementen verschenen. Sommige van deze landschapselementen zijn al eeuwen oud. De functie was vaak meerledig: zo dienden dergelijke landschapselementen als perceelscheiding, veekering of drinkwatervoorziening voor het vee maar ze leverden ook gebruikshout op. Door de komst van prikkeldraad, de schaalvergroting en ruilverkavelingen zijn vele kilometers en hectares van deze elementen verdwenen.
Deze landschapselementen vertegenwoordigen vaak een hoge natuurwaarde, doordat veel dieren en planten er beschutting, dekking en voedsel vinden. De lijnvormige landschapselementen worden gebruikt als migratieroute door veel zoogdieren als vleermuizen en das. De blauwe landschapselementen dienen als voortplantingsplaats van amfibieën en insecten. Veel vogels vinden nestgelegenheid in de dichtte begroeiing of juist in de ontstane holtes als gevolg van het intensieve beheer dat bij deze landschapselementen plaatsvindt. Planten en insecten profiteren optimaal van de vele microklimaten die de landschapselementen bieden.
Dit natuurtype omvat de volgende drie beheertypen:
L01.01 Poel en klein historisch water
L01.02 Houtwal en houtsingel
L01.03 Elzensingel
L01.04 Bossingel en bosje (vervallen per 1-1-2017)
L01.05 Knip- of scheerheg
L01.06 Struweelhaag
L01.07 Laan
L01.08 Knotboom
L01.09 Hoogstamboomgaard
L01.10 Struweelrand (vervallen per 1-1-2017)
L01.11 Hakhoutbosje (vervallen per 1-1-2017)
L01.12 Griendje (vervallen per 1-1-2017)
L01.13 Bomenrij en solitaire boom (vervallen per 1-1-2017)
L01.14 Rietzoom en klein rietperceel (vervallen per 1-1-2017)
L01.15 Natuurvriendelijke oever (vervallen per 1-1-2017)
L01.16 Bossingel (nieuw per 1-1-2017)