Monitoring

Hoe breng je in kaart waar de wolf zich in Nederland bevindt? En hoe houd je in de gaten of een wolf zich ergens langer ophoudt of zich gaat vestigen? Deze vragen worden beantwoord door middel van monitoring. Door monitoring wordt de activiteit van de wolf in Nederland gevolgd en in beeld gebracht. BIJ12 is namens de provincies opdrachtgever voor de monitoring van de wolf in Nederland.

Waarom monitoring?

De wolf is een beschermde diersoort. De soort is Europees beschermd en staat vermeld op Bijlage IV van de Habitatrichtlijn. Dit houdt in dat er voor de wolf een aantal verplichtingen geldt. In Nederland zijn een aantal van deze internationale verplichtingen verwerkt in de Omgevingswet. Daarin staat onder meer een verplichting om te rapporteren hoe de staat van instandhouding (verspreiding, aantalsontwikkeling) van de wolf in ons land verloopt. Dit aspect vormt de kern van de monitoring zoals in het Interprovinciaal wolvenplanDeze link opent in een nieuw tabblad en in het Monitoringsplan wolfDeze link opent in een nieuw tabblad is opgenomen en vloeit voort uit wettelijke taken. Het is aan de provincies om via het Rijk aan Europa te rapporteren. BIJ12 is in opdracht van de provincies verantwoordelijk voor het (laten) uitvoeren van:

De monitoring richt zich op onderstaande aspecten:

  • Populatiegrootte, verspreiding, bewoond gebied en trendbepalingen.
  • Om met behulp van de kennis over de aanwezigheid van wolven conflicten met vee te beperken.
  • Kennis te verzamelen over de ecologische aspecten van de wolf in ons land.

De activiteit van de wolf in Nederland wordt gevolgd en in beeld gebracht door gemelde (vermoedelijke) wolvenwaarnemingen (passieve monitoring), gericht onderzoek in de wolventerritoria (actieve monitoring) en genetisch onderzoek. Met de voortgangsrapportages en waarnemingen wordt alle data openbaar gedeeld.

Wolvenmeldpunt

Heb jij een wolf of meerdere wolven, een wolvenspoor, wolvendrol of wildprooi gezien? Geef dit voor via het WolvenmeldpuntDeze link opent in een nieuw tabblad van BIJ12. De aanwezigheid van wolven in Nederland wordt onder meer in kaart gebracht dankzij de waarnemingen die binnenkomen bij het Wolvenmeldpunt. Meldingen worden meervoudig beoordeeld door een team van getrainde vrijwilligers en experts. Iedere maand worden gevalideerde wolvenwaarnemingen toegevoegd aan de pagina Verspreiding wolf in Nederland. Periodiek wordt uitgebreid verslag gedaan van alle waarnemingen en schadegevallen in een voortgangsrapportage. Jaarlijks komt er een toenemend aantal meldingen binnen bij het Wolvenmeldpunt, in 2023 zo’n 5.000 meldingen.

Wolven(spoor) gezien? Meld het hier bij het Wolvenmeldpunt Link opent in nieuw tabblad

De huidige applicatie van het Wolvenmeldpunt is voor iedereen toegankelijk, maar in eerste fase gebouwd voor direct betrokkenen vanuit de actieve wolvenmonitoring, zoals boswachters en deskundigen. De gebruiksvriendelijkheid om vanaf verschillende apparaten waarnemingen in te voeren wordt doorlopend verbeterd.

Oorsprong Wolvenmeldpunt

Al jaren voordat de eerste wolf in 2015 in Nederland opdook, was zichtbaar dat het aantal wolven in Duitsland groeide en de wolf steeds dichter bij Nederland kwam. Binnen het samenwerkingsverband Wolven in NederlandDeze link opent in een nieuw tabblad werken verschillende organisaties al sinds 2008 samen. Er werd bijvoorbeeld kennis verzameld over de vraag hoe we ons in Nederland moeten voorbereiden op de terugkeer van de wolf, en de bescherming van vee werd onder de aandacht gebracht. Hierop volgden meldingen vanuit het publiek van mogelijke wolfwaarnemingen, wat voor de deelnemers van Wolven in Nederland de aanleiding was om een Wolvenmeldpunt op te zetten.

Monitoring wolvenpopulatie

Wolven zijn vooral actief in de nacht, maar hun sporen zijn overdag goed zichtbaar. Denk hierbij aan pootafdrukken, drollen en soms zelfs haren. Ook prooidierresten, van bijvoorbeeld herten, kunnen duiden op de aanwezigheid van een wolf. Wanneer iemand een wolf of een wolvenspoor tegenkomt, kan dit worden gemeld bij het Wolvenmeldpunt.

Het Wolvenmeldpunt beoordeelt alle waarnemingen van wolven en wolvensporen. Als voldoende bewijsmateriaal (zoals duidelijke foto’s of videobeelden) is meegeleverd, kan beoordeeld worden of het daadwerkelijk om een wolf gaat. In het Monitoringsplan wolfDeze link opent in een nieuw tabblad (hoofdstuk 5) is toegelicht welke documentatie nodig is om een waarneming daadwerkelijk als wolvenwaarneming te beschouwen. Om een zo volledig mogelijk beeld te verkrijgen van de wolfactiviteiten in Nederland, maken schadegevallen aan vee (waarbij uit de DNA-analyse blijkt dat deze daadwerkelijk door een wolf zijn veroorzaakt) ook onderdeel uit van de totale database van het Wolvenmeldpunt. BIJ12 is namens de gezamenlijke provincies opdrachtgever van het Wolvenmeldpunt.

Wolven(spoor) gezien? Meld het hier bij het Wolvenmeldpunt Link opent in nieuw tabblad

Passieve en actieve monitoring

De monitoring van de wolf kent twee varianten: passieve en actieve monitoring. Het verschil tussen passieve en actieve monitoring zit in de moeite die gedaan wordt voor het vinden van een wolf(spoor). Onder passieve monitoring vallen alle wolvenmeldingen- en waarnemingen die worden verkregen zonder een vooraf opgezette actie uit te voeren. Het zijn waarnemingen die bij toeval zijn gedaan. Actieve monitoring is het actief monitoren en verzamelen van wolvenwaarnemingen, waarbij (actief) gezocht wordt naar sporen of andere waarnemingen, bijvoorbeeld via cameravallen. Beide vormen vereisen een systematische aanpak en goede procedures om data op correcte wijze te kunnen valideren en op te slaan. Zowel passieve als actieve monitoring vindt het hele jaar door plaats.

DNA-onderzoek (genetische analyse)

Om te bepalen of een spoor afkomstig is van een wolf, wordt waar mogelijk DNA-onderzoek ingezet. Het onderzoek wordt gebruikt voor het vaststellen van wolvenschade en het monitoren van de wolvenpopulatie. Ook geeft het informatie over de aantallen en verspreiding van wolven in Nederland en Europa. Wageningen Environmental Research (WENR)Deze link opent in een nieuw tabblad doet dit DNA-onderzoek in opdracht van BIJ12, namens de provincies. Op basis van de resultaten kunnen provincies ook vaststellen of bepaalde wolven(roedels) herhaaldelijk goed beschermd vee aanvallen.

Werkwijze

Bij schade aan landbouw- en hobbydieren wordt DNA-onderzoek gedaan met behulp van swab-monsters. Die monsters worden door de taxateurs naar WENR gestuurd. WENR analyseert deze monsters maandelijks om vast te stellen of het DNA inderdaad afkomstig is van een wolf (soortbepaling). Om de paar maanden doet WENR vervolgonderzoek om te bepalen om welke wolf het gaat (individubepaling). Ook analyseert WENR vermoedelijke wolvensporen, zoals haren en uitwerpselen. Daarbij worden zowel de soort als het individu bepaald.

DNA-onderzoek geeft inzicht in de verspreiding en aantallen van wolven. WENR neemt ook DNA af van dode wolven. In uitzonderlijke gevallen, zoals incidenten met mensen, kan WENR in opdracht van een provincie spoedanalyses uitvoeren.

Uitslagen

BIJ12 ontvangt van WENR de uitslagen van de DNA-onderzoeken. In de resultaten staat of het een wolf betrof, welk individu is aangetoond (waar mogelijk) en waar het dier vandaan komt. BIJ12 publiceert deze resultaten zodra ze bekend zijn op de website:

Daarnaast vormt het DNA-onderzoek belangrijke informatie voor de voortgangsrapportages die periodiek verschijnen en waarin verslag gedaan wordt over de activiteit van de wolf in Nederland. WENR deelt geen achterliggende data van de DNA-onderzoeken. Er is specialistische, vakinhoudelijke kennis nodig om de data juist te kunnen lezen en interpreteren.

Meer informatie

In het Interprovinciaal wolvenplan wordt uitgebreider ingegaan op de doelen van genetische monitoring. In het Factfindingstudy / Feitenonderzoek – De wolf terug in NederlandDeze link opent in een nieuw tabblad over de wolf worden de DNA-methodes uitgebreid toegelicht.

Door het toegenomen aantal wolvenleefgebieden en schademeldingen worden er veel DNA-monsters aangeleverd. Hierdoor kost het onderzoek meer tijd en moet BIJ12 langer op de resultaten wachten. BIJ12, de provincies en WENR werken aan een oplossing.

Meld u aan voor de mailing om op de hoogte te blijven van nieuwe (DNA-)uitslagen Link opent in nieuw tabblad

Ouders achterhalen via internationale samenwerking

Omdat dieren de ene helft van hun DNA van de moeder en de andere helft van de vader krijgen, kan op basis van het DNA-profiel ook achterhaald worden wie de ouders zijn. Als al bekend is waar de roedel van deze ouders zich bevindt, weten we daarmee ook waar het dier waarschijnlijk geboren is. Daarvoor is het wel van belang dat de meeste roedels in Centraal Europa genetisch gemonitord worden. En ook dat de profielen kunnen worden uitgewisseld tussen onderzoekers in diverse landen. Dit is georganiseerd vanuit het CEwolf-consortium.

CEwolf staat voor Centraal Europese wolvenpopulatie, ofwel de wolvenpopulatie in West-Polen, Duitsland, Denemarken en de Benelux. Het CEwolf consortium heeft per land één deelnemend laboratorium. Alle labs werken met dezelfde methode en dat maakt het mogelijk om DNA-profielen onderling uit te wisselen en na te gaan of een profiel al elders is vastgesteld. Door deze samenwerking is het in de meeste gevallen mogelijk te achterhalen waar dieren oorspronkelijk vandaan komen en welke afstand ze hebben afgelegd.

Voortgangsrapportages over de activiteit van de wolf in Nederland

Bekijk hier de voortgangsrapportages van 2019, 2020, 2021 en 2022

Veelgestelde vragen

Wat is er af te lezen aan het DNA van een wolf?

Het DNA laat zien of het om een wolf gaat, en zo ja welk individu het is en wat het geslacht is van het dier. Alle wolven met een bekend DNA-profiel staan in een Centraal-Europese database (CEwolf consortium). Daarin heeft iedere wolf een unieke code, een zogeheten GW-code. Als het dier al in de database voorkomt, geeft dit informatie over het migratiegedrag van het dier. Verblijft hij of zij al langere tijd op dezelfde plek, of trekt het dier rond?

Als er geen match is, krijgt het dier een nieuwe GW-code. WENR probeert vervolgens de herkomst en de ouders van het dier te achterhalen. Ook daarbij helpt de database: WENR kijkt bijvoorbeeld of het DNA overeenkomt met dat van een nakomeling van een al bekend ouderpaar. Bijvoorbeeld in een van de in Nederland gevestigde roedels.

Ook kan achterhaald worden uit welke populatie het dier afkomstig is. Zo wordt bekend of een wolf uit de Centraal-Europese populatie komt (waar ook de meeste Nederlandse wolven toe behoren), een in Nederland nieuwgeboren wolf is of van verder weg komt, zoals uit de Alpen of Balkan.

Is DNA-onderzoek altijd mogelijk?

De hoeveelheid en de kwaliteit van DNA in een monster varieert sterk en is soms onvoldoende om een diersoort- of individu te herkennen. Daarbij speelt onder andere mee hoe lang het duurt voordat een kadaver of spoor wordt gevonden en wat de weersomstandigheden zijn. Daarom is de analyse van dit soort ‘non-invasieve’ monsters – monsters die Wageningen Environmental Research (WENR) niet direct van het dier afneemt – lastiger dan monsters waarbij DNA direct van een wolf wordt afgenomen, bijvoorbeeld via een stukje vlees of bloed. Dit betekent dat de analyse niet altijd slaagt en niet altijd alle vragen beantwoord kunnen worden.

Hoe ziet het DNA-profiel van een wolf eruit?

Het opstellen van een individueel genetisch profiel gebeurt met een vaste set van 13 microsatelliet-merkers. Daarbij bepalen 2 merkers het geslacht en vormen 12 variabele microsatellietmerkers een unieke genetische vingerafdruk van het individu. De combinatie van varianten op die merkers wordt aangeduid met een GW-volgnummer en geslacht. Deze gegevens worden, samen met informatie over de plaats en datum waar het DNA werd gevonden, opgeslagen in een gedeelte databank. Met deze informatie kunnen stambomen worden gemaakt. Dit is cruciaal voor het begrijpen van wolvenpopulaties en het volgen van individuen.

Zijn er alternatieve methodes beschikbaar om wolvenschade bij een hond met DNA aan te tonen?

WENR onderzoekt of er een DNA-methode is die kan bevestigen of een hond is aangevallen door een wolf. Op dit moment is zo’n onderzoek niet mogelijk via WENR in opdracht van BIJ12. Een provincie kan uitwijken naar een alternatief laboratorium om via DNA-onderzoek uitsluitsel te krijgen over incidenten tussen wolf en hond.

Is WENR de enige universiteit/kennisinstelling in Nederland die dit DNA-onderzoek doet?

Het onderzoek bij Wageningen Environmental Research (WENR) is uniek in Nederland vanwege de combinatie van ecologische kennis, DNA-analyse en Europese samenwerking. In 2015 waren zij betrokken bij de oprichting van het Centraal-Europees wolvenconsortium (CEwolf). Het belangrijkste doel van het consortium is om methodes te standaardiseren en ervaringen uit te wisselen, zodat ze de kennis op een hoog niveau houden. De onderzoeksinstituten die in het consortium samenwerken hebben hun methodes gestroomlijnd. Op die manier kunnen ze de genetische profielen van individuele wolven rechtstreeks vergelijken met profielen die eerder in andere landen zijn aangetroffen. Het is voor laboratoria die niet aangesloten zijn bij het consortium hierdoor veel moeilijker om analyses uit te voeren én de resultaten op juiste manier te interpreteren. Bovendien is WENR zeer ervaren in het werken met DNA-sporen van slechte kwaliteit en kwantiteit. Het laboratorium en de protocollen die ze gebruiken zijn speciaal ingericht om het risico op vervuiling met DNA uit andere bronnen te voorkomen.

Hoe worden de resultaten van DNA-onderzoek naar wolven gedeeld?

BIJ12 ontvangt van Wageningen Environmental Research (WENR) de uitslagen van de DNA-onderzoeken. In de resultaten staat of het om wolven DNA gaat en (waar mogelijk) welk individu is aangetoond en waar het dier vandaan komt. BIJ12 publiceert deze resultaten zodra ze bekend zijn op de website:

Daarnaast wordt periodiek in de voortgangsrapportages verslag gedaan over de activiteit van de wolf in Nederland.

WENR deelt geen achterliggende data van de DNA-onderzoeken. Er is specialistische, vakinhoudelijke kennis nodig om de data juist te kunnen lezen en interpreteren.

Kan wolvenschade bij een hond met DNA worden aangetoond?

Als een hond is aangevallen door (vermoedelijk) een wolf, is de onderzoeksmethode die Wageningen University & Research (WENR) in opdracht van BIJ12 gebruikt niet geschikt om het DNA van wolf en hond te onderscheiden. Dat geldt voor zowel de soort- als individubepaling.

Honden stammen af van wolven, daardoor lijkt hun DNA sterk op elkaar. Als er DNA van een wolf aanwezig is op een hond, is dat in alle gevallen sterk vermengd met het DNA van de hond. Daardoor is niet met zekerheid te zeggen van welk dier het DNA afkomstig is. Uitsluitsel op basis van DNA-onderzoek is daarom niet mogelijk met de gebruikte methode: de uitslag van zo’n analyse zal hond zijn of is niet te interpreteren.

Een incident tussen een hond en (vermoedelijk) een wolf kan dus niet worden bevestigd met de DNA-methode die wordt gebruikt in opdracht van BIJ12. Wel kan een beoordeling van een wolf-hond-incident plaatsvinden aan de hand van andere bewijzen, zoals sporen, verwondingen, zichtwaarnemingen, camerabeelden en/of foto’s.

In overleg met de betreffende provincie kunnen eventuele vervolgstappen worden besproken. Daarom wordt bij een incident tussen hond en (vermoedelijk) wolf geadviseerd om zoveel mogelijk bewijs te verzamelen, zoals foto’s en DNA-monsters.

Onderscheid tussen DNA wolf en hond bij landbouwhuisdieren

Voor het onderscheiden wolven-DNA en honden-DNA op landbouwhuisdieren is de methode die WENR gebruikt in opdracht van BIJ12 wel geschikt. In zo’n geval is het (vermoedelijke) wolven-DNA niet vermengd met het DNA van een nauwverwante diersoort. Hierdoor kan met zekerheid worden vastgesteld of een wolf (of een hond of ander dier) verantwoordelijk is voor de aanval op bijvoorbeeld een schaap.

BIJ12 verleent in opdracht van de provincies uitsluitend tegemoetkomingen in de schade aan landbouwhuisdieren. De gebruikte methode volstaat dus voor de opdracht van BIJ12 aan WENR om wolvenschade op landbouwhuisdieren te bevestigen.

Waarom wordt er pas in september gecommuniceerd over welpen?

Wolvenwelpen worden geboren in het voorjaar. Er wordt bewust pas verslag gedaan over welpen in de voortgangsrapportage van september.

Wolvenwelpen zijn van nature niet schuw. Pas naarmate ze ouder worden, leren ze dit gedrag van hun ouders. In de eerste maanden zijn wolvenwelpen daardoor erg verstoringsgevoelig. Berichtgeving over welpen veroorzaakt extra aandacht en kan tot gevolg hebben dat mensen op zoek gaan naar de welpen. De aanwezigheid van (meer) mensen in de buurt van de welpen, verhoogt de kans dat de ouderdieren de welpen niet durven te benaderen of te verplaatsen. Dit kan er vervolgens voor zorgen dat de welpen onderkoeld raken, worden aangevallen door een vos en/of dat jonge wolven wennen aan de aanwezigheid van mensen. Daarom is het, op basis van de Omgevingswet, belangrijk om dergelijke verstoring zoveel mogelijk te beperken.

Aan het einde van de zomer zijn de welpen groter en sterker. Bovendien verplaatsen de welpen zich dan in een groter gebied. Er is dan dus minder kans op de verstoring van welpen.

  • De basisregels over wat te doen bij het tegenkomen van een wolf zijn van toepassing in alle wolvenleefgebieden.
  • In de jaarlijkse voortgangsrapportage van september wordt verslag gedaan over de aanwezigheid van welpen. De welpen zijn dan groter en sterker en verplaatsen zich door een groter gebied.
Hoeveel dode wolven zijn er in Nederland aangetroffen?

Een overzicht van aangereden en/of dode wolven in Nederland is te vinden op de pagina dode wolven.

Waar hebben wolven zich in Nederland gevestigd?

De eerste wolf vestigde zich in 2018 op de Noord-Veluwe. Begin 2019 voegde zich hier een tweede wolf bij. Dit paartje kreeg sinds 2019 ieder jaar jongen. De afgelopen jaren ontstonden er meer wolvenroedels- en paren. In ons land leven op dit moment elf wolvenroedels. Dit zijn wolvenparen die jongen hebben gehad.

Zeven roedels hebben hun territoria op de Veluwe: in het gebied van de Noordwest-Veluwe, Noord-Veluwe, Noordoost-Veluwe, Midden-Veluwe, Park de Hoge Veluwe, Zuidwest-Veluwe en Zuidoost-Veluwe. Vier andere roedels leven in het grensgebied Fryslân-Drenthe-Overijssel, in Midden-Drenthe, in het noordelijk deel van de Gelderse Vallei en op de Utrechtse Heuvelrug. In het grensgebied tussen Noord-Brabant en Limburg leefde afgelopen jaren ook een solitaire wolf. Vlak over de grens met Duitsland en België bevinden zich ook diverse wolventerritoria. Zoals de Vlaamse Hechtel-Eksel roedel en het leefgebied van een solitaire wolf op de grens tussen Vlaanderen en Zuidwest-Brabant.

Zwervende wolven die op zoek zijn naar een eigen leefgebied kunnen in een groot deel van Nederland voorkomen.

De meest actuele informatie over het gevestigde wolven leest u de verspreidingskaart of de voortgangsrapportage die BIJ12 een paar keer per jaar uitbrengt.

Wat is het verschil tussen gevestigde en zwervende wolven?

We maken onderscheid tussen gevestigde en zwervende wolven. Van een gevestigde wolf is sprake als deze minimaal 6 maanden in dezelfde regio of hetzelfde gebied via DNA aantoonbaar aanwezig is. Voor zwervende wolven is dat nog niet het geval. Nakomelingen worden niet gerekend als gevestigde wolven, aangezien zij nog kunnen optrekken met de ouderlijke roedel of (vanaf ongeveer het tweede levensjaar) op zoek gaan naar een eigen territorium. Dit kan zich in de buurt van de ouderlijke roedel bevinden of verder weg. Voor de zwervende wolven is het vaak onbekend of deze wolven momenteel nog in Nederland aanwezig zijn.

Hoeveel wolven leven er in Nederland?

Een exact aantal wolven is niet te geven. Onder andere omdat wolven vele kilometers op een dag kunnen afleggen, Nederland binnen een korte periode in en uit kunnen lopen, geen sporen achterlaten (dat kan riskant zijn omdat ze niet weten of zij zich in een ander wolventerritorium bevinden en daarmee kans lopen op een aanval) en daardoor onopgemerkt blijven.

Er is wel een schatting van het aantal wolven te maken op basis van DNA-resultaten, wildcamerabeelden en gevalideerde waarnemingen. Dit wordt namelijk onderzocht met gerichte monitoring. Een paar keer per jaar wordt hier verslag van gedaan in een voortgangsrapportage met een verspreidingskaart.

Op basis van de bij het Wolvenmeldpunt bekende gegevens, leven er in Nederland naar schatting 24 gevestigde wolven, 17-26 jaarlingen, 55-62 welpen en 8-12 zwervende wolven. De 24 gevestigde wolven zijn 22 ouderparen en twee solitair levende wolven. Dat is een schatting van september 2024. Niet alle informatie is voorhanden. Daarom wordt er voor jaarlingen, welpen en zwervende wolven een bandbreedte gegeven. Zo is er geen toestemming voor veldmonitoring door het Wolvenmeldpunt op de Hoge Veluwe e.o.

Waarom wordt de wolf gemonitord?

De wolf is een (Europees) beschermde diersoort. Provincies zijn verantwoordelijk om via het Rijk aan Europa te rapporteren hoe de wolvenpopulatie zich ontwikkelt. Dit vormt de kern van de monitoring zoals in het Interprovinciaal wolvenplanDeze link opent in een nieuw tabblad is opgenomen. BIJ12 verzorgt namens de provincies de beleidsuitvoering van de wolf als het gaat om monitoring en de schadeafhandeling.

Wat wordt er gedaan met data uit het Wolvenmeldpunt?

De waarnemingen uit de tabel op de pagina ‘verspreiding wolf in NederlandDeze link opent in een nieuw tabblad’ komen uit het Wolvenmeldpunt. De verzamelde waarnemingen worden iedere maand vernieuwd en aangevuld met de op dat moment nieuwe, en indien aan de orde oudere, waarnemingen uit het WolvenmeldpuntDeze link opent in een nieuw tabblad.

Periodiek wordt er in een voortgangsrapportageDeze link opent in een nieuw tabblad verslag gedaan over de activiteit van wolven aan de hand van alle meldingen uit het Wolvenmeldpunt en schademeldingen.

Uitgelicht: passieve en actieve monitoring

De monitoring van de wolf kent twee varianten: passieve en actieve monitoring. Het verschil tussen passieve en actieve monitoring zit in de moeite die gedaan wordt voor het vinden van een wolf(spoor). Onder passieve monitoring vallen alle wolvenmeldingen- en waarnemingen die worden verkregen zonder een vooraf opgezette actie uit te voeren. Het zijn waarnemingen die bij toeval zijn gedaan.

Actieve monitoring is het actief monitoren en verzamelen van wolvenwaarnemingen, waarbij (actief) gezocht wordt naar sporen of andere waarnemingen, bijvoorbeeld via cameravallen. Beide vormen vereisen een systematische aanpak en goede procedures om data op correcte wijze te kunnen valideren en op te slaan. Zowel passieve als actieve monitoring vindt het hele jaar door plaats.

Wolvensporen

Downloads

Monitoringsplan wolf – veld- en labprotocollen

Download bestand Monitoringsplan wolf – veld- en labprotocollen

Interprovinciaal wolvenplan Addendum 2023

Download bestand Interprovinciaal wolvenplan Addendum 2023

Interprovinciaal wolvenplan Addendum 2023 – Interventie richtlijnen

Download bestand Interprovinciaal wolvenplan Addendum 2023 – Interventie richtlijnen

Rapport Populatieontwikkeling en verspreiding van de wolf in Nederland

Laatst bijgewerkt op: 26-08-2024
Download bestand Rapport Populatieontwikkeling en verspreiding van de wolf in Nederland

Leefgebied van de wolf op de Veluwe door provincie Gelderland

Download bestand Leefgebied van de wolf op de Veluwe door provincie Gelderland

Bronbestand met wolvenwaarnemingen

Laatst bijgewerkt op: 10-12-2024
Download bestand Bronbestand met wolvenwaarnemingen

Bronbestand met bevestigde wolvenschade

Laatst bijgewerkt op: 08-11-2024
Download bestand Bronbestand met bevestigde wolvenschade

Bronbestand met dode wolven

Laatst bijgewerkt op: 09-12-2024
Download bestand Bronbestand met dode wolven