K01.01 Agrarisch klimaatbeheergebied

De maatregelen in het Klimaatbeheergebied richten zich op: - Klimaatmitigatie - Klimaatadaptatie

Algemene beschrijving

Maatregelen die bijdragen aan klimaatmitigatie zijn:

  1. Verhogen gehalte organische stof in akkerbouwbodems;
  2. Aanpassing gewaskeuze en teelttechniek in akkerbouw en weidebouw, inclusief onderhoud en beheer van nieuwe boomrijen, nieuwe struweellinten, het toepassen van agroforestry, het toepassen van meer CO2-bindende gewassen en precisie-landbouw;
  3. Vermindering oxidatie van veenbodems, onder andere via verhoging grondwaterpeil en/of overstap naar natte teelten/paludicultures.

Ad a) Het verhogen van het gehalte organische stof in akkerbouwbodems

Hierbij kan worden gedacht aan een aantal verschillende maatregelen, bijvoorbeeld niet-kerende grondbewerking, het inzetten van vanggewassen/groenbemesters met aanvullende maatregelen en het gebruik van ruige stalmest. Deze maatregel geldt specifiek voor akkerbouwbodems.

Ad b) Aanpassing gewaskeuze en teelttechniek in akkerbouw en weidebouw, inclusief onderhoud en beheer van nieuwe boomrijen, nieuwe struweellinten, het toepassen van agroforestry, het toepassen van meer CO2-bindende gewassen en precisie-landbouw

Bij deze maatregel staat het beheer van houtige landschapselementen centraal, voor zover deze een extra bijdrage leveren aan de opslag van CO2. Regulier onderhoud van al bestaande elementen levert weinig extra’s op voor CO2-opslag. Daarom wordt een peildatum van 1 januari 2019 gehanteerd voor nieuwe landschapselementen

Voor de aanpassing van gewaskeuze kan bijvoorbeeld worden gekozen voor het telen van alternatieve gewassen in plaats van maïs. Aangepaste teelttechnieken kunnen helpen tegen runoff van overtollig water op het maaiveld maar ook runoff vanaf plateaus naar hellingbossen. Hierbij kan worden gedacht aan het ‘niet-haaks’ inzaaien t.o.v. waterlopen.

Ad c) Vermindering oxidatie van veenbodems, onder andere via verhoging grondwaterpeil en/of overstap naar natte teelten/paludicultures

Doordat veen verdroogt, klinkt het in. Dit proces veroorzaakt bodemdaling en hierbij komt CO2 vrij. De meest effectieve manier om dit tegen te gaan is het opzetten van het waterpeil en daarmee het grondwaterpeil in de (laag)veenweidegebieden. Dit betreft maatwerk en dient gebiedsgericht te gebeuren in nauw overleg met de waterschappen. Het gaat dan met name over het opzetten het peil in de droge maanden. Het voeren van natte teelten is een manier om in de laagst gelegen delen van een peilvak bij een verhoogd waterpeil bruikbare gewassen te telen. Voorbeelden van gewassen die hiervoor in aanmerking komen zijn bijvoorbeeld riet en lisdodde.

Maatregelen die bijdragen aan klimaatadaptatie zijn:

  • Meer water vasthouden in beekdalen en in infiltratiegebieden
  • Adaptatie aan de verwachte hogere frequentie van inundaties in beekdalen en in laaggelegen akker- en weidegebieden

Ad a) Meer water vasthouden in beekdalen en in infiltratiegebieden

Het vasthouden van water in beekdalen wordt gezien als een maatregel die vooral door de waterschappen kan worden uitgevoerd, onder meer via her-meanderen van beken en het anders inrichten van beken. De maatregel wordt vooralsnog geprioriteerd in de regio’s ‘Hogere zandgronden’ en ‘Heuvelland’.
Water vasthouden is al een bestaande beheerfunctie in het huidige ANLb (denk hierbij aan het verhogen van het gehalte organische stof).

Ad b) Adaptatie aan de verwachte hogere frequentie van inundaties in beekdalen en in laaggelegen akker- en weidegebieden

Adaptatie aan de verwachte hogere frequentie van inundaties in beekdalen en in laaggelegen akker- en weidegebieden houdt in dat agrariërs in delen van hun gronden inundatie accommoderen, mogelijk maken of toelaten, zodat inundatie op de meer waardevolle landbouwgronden en in laaggelegen bewoonde gebieden wordt voorkomen of verminderd. Inundaties kunnen tevens bijdragen aan verhoging biodiversiteit aangezien zo tijdelijke plas-dras-gebieden ontstaan. Daarnaast zorgt het toelaten van tijdelijke inundatie ervoor dat de noodzaak voor andere maatregelen, zoals water wegpompen en dijkverhogingen wordt verminderd.

Afbakening

  • De beheereenheid is gelegen op agrarische grond.
  • De uit te voeren beheermaatregelen dragen bij aan verbetering van klimaatmitigatie en/of adaptatie.