Over de aquatische typen is overleg gaande met de waterbeheerders. De uiteindelijke maatlat zal meer gestoeld zijn op de Kaderrichtlijn Water. Het onderstaande concept is niet bedoeld voor de huidige monitoring.
Structuur
Afgesloten zeearmen zijn kunstmatige wateren die vanaf 1930 ontstaan zijn door het afsluiten van getijdengebieden en estuaria. Het zijn grote meren, met aanvoer van zoet water uit rivieren of beken, die door te spuien het water lozen op zee. Alleen de Grevelingen bevat zout water en het Veerse meer is brak door een verbinding met de Oosterschelde. Er zijn geen natuurlijke equivalenten van deze grote meren te vinden. De geomorfologische processen die langs de kust voorkwamen zijn niet meer aanwezig. De afgesloten zeearmen verschillen in grootte, ouderdom en waterhuishouding.
De structuur wordt voornamelijk bepaald door golfslag en stuwing. Deze factoren zorgen voor stroming, transport van sediment en daarmee voor verschillen in vorm en begroeiing van de oevers. Deze kenmerken maken ieder gebied uniek. Daarnaast is de natuurlijkheid van de oeverzone een belangrijk structuurkenmerk.
Waterplanten groeien in ondiep of matig diep water. Bij zeer grote meren is er alleen een zoom van waterplanten in de windluwe delen en langs de oever. Daar bepaalt de vegetatie de onderwaterstructuur.
N04.04 Afgesloten zeearm – Structuur
Structuurelement |
Minimum % |
Maximum % |
Eenheid |
Ondiepe delen (<1.5m) |
50 |
|
% oppervlakte of % breedte dwarsprofiel |
Natuurlijke oever 1 |
75 |
|
% van de oeverlengte |
Natuurlijke begroeiing tot 100m vanaf insteek |
75 |
|
% van de oeverlengte |
Gemiddelde breedte rietkraag |
Lijnvorming – 20
Plas/meer – 3 |
40
|
% dwarsprofiel
M |
Verlandingsvegetatie (drijftillen of bij oever) |
5 |
50 |
% bedekking element of 100 m traject 2 |
Kroos en vrij zwevende planten |
|
2 |
% bedekking element of 100 m traject |
Planten met drijfbladen |
5 |
20 |
% bedekking element of 100 m traject |
Ondergedoken waterplanten, gehele waterkolom |
50 |
80 |
% bedekking element of 100 m traject |
Ondergedoken waterplanten, onderste deel waterkolom |
20 |
50 |
% bedekking element of 100 m traject |
¹ Een natuurlijke oever is gevarieerd, heeft geen oeverbeschoeiing en heeft zowel flauwe als steile delen en plas-dras zones
² Bij een lijnvormig water wordt een representatief traject van 100 meter gekozen voor de monitoring. Bij grote niet-lijnvormige wateren wordt eveneens een traject van 100 meter langs de oever gekozen.
Kwaliteitsbepaling
- “Hoog”: indien minimaal 7 kwalificerende structuurelementen aanwezig zijn.
- “Midden”: indien minimaal 5 kwalificerende structuurelementen aanwezig zijn.
- “Laag”: indien minder dan 5 kwalificerende structuurelementen aanwezig zijn.
Flora en fauna
Biotische kwaliteit wordt uitgedrukt in het voorkomen van kwalificerende flora- en faunasoorten uit de volgende soortgroepen:
N04.04 Afgesloten zeearm – Flora en Fauna
Soortgroep |
Soorten |
Planten – zoet |
brede waterpest, doorgroeid fonteinkruid, fijne waterranonkel, glanzig fonteinkruid, groot nimfkruid, kransvederkruid, langstengelig fonteinkruid, plat fonteinkruid, puntig fonteinkruid, stomp fonteinkruid, stijve waterranonkel, zittende zannichellia |
Planten – zout |
blaasjeswier, darmwier (Chaetomorpha), Dictyotadichomata (bruinwier), gesteelde zannichellia, groot zeegras, Iers mos, Japans bessenwier, snavelruppia, spiraalruppia, vingerwier, zeesla |
Vissen – zoet |
alver, baars, bittervoorn, blankvoorn, brasem, driedoornige stekelbaars, grote modderkruiper, karper, kleine modderkruiper, kolblei, kroeskarper, kwabaal, meerval, paling, pos, rivierdonderpad, riviergrondel, ruisvoorn, snoek, snoekbaars, tiendoornige stekelbaars, vetje, winde, zeelt |
Vissen – zout |
ansjovis, bot, botervis, brakwatergrondel, dikkopje, driedoornige stekelbaars, elft, fint, geep, glasgrondel, griet, grote zeenaald, haring, harnasman, houting, kabeljauw, kleine zeenaald, koornaarvis, paling, puitaal, rivierprik, rode poon, schar, schol, snotolf, spiering, sprot, steenbolk, steur, tarbot, tong, vijfdradige meun, wijting, zalm, zandspiering, zeebaarsdiklipharder, zeedonderpad, zeeforel, zeeprik, zwarte grondel |
Vogels – zoet |
aalscholver, dwergmeeuw, kuifduiker, nonnetje, topper. Dodaarsgroep (101), slobeend-groep (102), Kuif-eend-groep (103), (Roerdomp-groep (201), Porseleinhoen-groep (203) |
Vogels – zout |
dodaars, geoorde fuut, kuifduiker, middelste zaagbek. Dodaarsgroep (101), slobeend-groep (102), Kuifeend-groep (103), Roerdomp-groep (201), Rietzanger-groep (202), Porseleinhoen-groep (203), Blauwborst-groep (204) |
Tot de kwalificerende soorten kunnen van deze soortgroepen ook 2 extra soorten uit Bijlage 3 gerekend worden, indien deze voorkomen in het beheertype.
Voor vogels zijn vooralsnog de groepen en de kenmerkende soorten opgenomen.
Kwaliteitsbepaling
De kwaliteitsbepaling wordt voor het betreffende subtype, zoet of zout, uitgevoerd.
- “Hoog”: indien minimaal 5 (zout) of 6 (zoet) kwalificerende soorten planten, 5 soorten vissen en 3 kenmerkende soorten vogels voorkomen.
- “Midden”: indien minimaal 3 (zout) of 4 (zoet) kwalificerende soorten planten, 3 soorten vissen en 2 kenmerkende soorten vogels voorkomen.
- “Laag”: indien niet aan de klasse “Midden” of “Hoog” voldaan is.
Milieu- en watercondities
N04.04 Afgesloten zeearm – Hydrologie
Variabele |
Hoog |
Midden |
Laag |
Aanvoer |
Aanvoer wordt niet gereguleerd door stuwen, sluizen en/of gemalen, volgt natuurlijk te verwachtenvariatie |
Beperkt gereguleerd maar volgt hoofdzakelijk een natuurlijk te verwachten variatie (neerslag pieken) |
Volledig gereguleerd |
Afvoer |
Afvoer wordt niet gereguleerd door stuwen, sluizen en/of gemalen, volgt natuurlijk te verwachten variatie |
Beperkt gereguleerd maar volgt hoofdzakelijk een natuurlijk te verwachten variatie (neerslag pieken) |
Volledig gereguleerd |
Waterstand |
Waterstanden worden niet gereguleerd en volgen de natuurlijk te verwachten variatie |
Waterstand wordt gereguleerd maar is onder invloed van piekafvoeren of lage waterstanden. Gereguleerde dynamiek, bijv. flexibel peilbeheer in poldersysteem |
Waterstand is volledig gereguleerd, geautomatiseerde bemaling, gereguleerde inlaten, omgekeerd peilbeheer t.b.v. landbouw |
Chemie en doorzicht
N04.04 Afgesloten zeearm – Chemie en doorzicht: Zoete afgesloten zeearm
Variabele |
Hoog |
Midden |
Laag |
pH |
6,5-8,5 |
8,5-9,0 / ≤ 6,5 |
≥ 9,0 |
Totaal P (mg P/l) |
≤ 0,07 |
0,07-0,14 |
≥ 0,14 |
Totaal N (mg N/l) |
≤ 1,3 |
1,3-1,9 |
≥ 1,9 |
Chloride (mg Cl/l) |
≤ 200 |
200-250 |
≥ 250 |
Doorzicht (m) |
≤ 0,6 |
0,9-0,6 |
≥ 0,9 |
N04.04 Afgesloten zeearm – Chemie en doorzicht: Brakke tot zoute afgesloten zeearm
Variabele |
Hoog |
Midden |
Laag |
pH |
6,5-9 |
9-9,5 |
≥ 9,5 |
DIP (mg P/l) |
≤ 0,07 |
0,07-0,12 |
≥ 0,12 |
DIN (mg N/l) |
≤ 0,46 |
0,46-0,77 |
≥ 0,77 |
Chloride (mg Cl/l) |
≥ 10000 |
9000-10000 |
≤ 9000 |
Doorzicht (m) |
≤ 0,6 |
0,9-0,6 |
≥ 0,9 |
Kwaliteitsbepaling
Hydrologie
- “Hoog”: indien minstens 2 variabelen als “Hoog” worden beoordeeld.
- “Midden”: indien niet aan de criteria voor de klassen “Hoog” of “Laag” wordt voldaan.
- “Laag”: indien minstens 2 variabelen als “Laag” worden beoordeeld.
Chemie en doorzicht zoet
- “Hoog”: indien minstens 4 variabelen als “Hoog” worden beoordeeld.
- “Midden”: als niet aan de criteria voor de klassen “Hoog” of “Laag” wordt voldaan.
- “Laag”: indien minstens 3 variabelen als “Laag” worden beoordeeld.
Chemie en doorzicht zout
- “Hoog”: indien minstens 4 variabelen als “Hoog” worden beoordeeld.
- “Midden”: als niet aan de criteria voor de klassen “Hoog” of “Laag” wordt voldaan.
- “Laag”: indien minstens 3 variabelen als “Laag” worden beoordeeld.
Totaalscore van de deelaspecten hydrologie, chemie zoet en chemie zout:
- “Hoog”: indien alle 3 deelaspecten als “Hoog” worden beoordeeld, of 2 “Hoog” en 1 “Midden”.
- “Midden”: als niet aan de criteria voor de klassen “Hoog” of “Laag” wordt voldaan.
- “Laag”: Indien minstens deelaspecten als “Laag” worden beoordeeld.
Ruimtelijke condities
N04.04 Afgesloten zeearm – Ruimtelijke condities
Kenmerk |
Hoog |
Midden |
Laag |
Verbinding met zee |
Open verbinding |
(Kleine) opening in dam (kier) |
Volledig afgesloten |
Afstand tot dichtstbijzijnde afgesloten zeearm van hetzelfde type (zoet of zout) |
<20km |
20-50km |
>50km |
Inrichting gebied tussen de zeearm en de dichtstbij gelegen volgende zeearm |
Natuur: Variatie van bos, struweel en grasland |
Natuur: Alleen bos, struweel of grasland |
Geen natuur grenzend aan de zeearm |
Kwaliteitsbepaling
- “Hoog”: indien minstens 2 variabelen in de categorie “Hoog” vallen.
- “Midden”: als niet voldaan wordt aan de criteria voor de klassen “Hoog” of “Laag”.
- “Laag”: indien minstens 2 variabelen in de categorie “Laag” vallen.
Monitoring
N04.04 Afgesloten zeearm – Monitoring
Parameter |
Methode |
Frequentie |
Structuurelementen |
Bepaling bedekking |
6 jaar |
Planten |
inventarisatie kwalificerende soorten |
6 jaar |
Vissen |
inventarisatie kwalificerende soorten |
6 jaar |
Broedvogels |
Inventarisatie kwalificerende soorten |
6 jaar |
Hydrologie |
GIS-analyse en veldwaarneming |
6 jaar |
Chemie |
Watermonster analyse |
6 jaar |
Stikstofdepositie |
opvragen stikstofdepositie |
6 jaar |
Ruimtelijke condities |
GIS-analyse en veldwaarneming |
6 jaar |
Vegetatie |
Vegetatiekartering |
12 jaar |