N16.04 Vochtig bos met productie
Bijgewerkt op: 15 december 2023Vochtig bos met productie bestaat uit loofbossen die gedomineerd worden door diverse boomsoorten zoals populier, es, esdoorn, beuk, haagbeuk, eik, iep en els.
Vochtig bos met productie bestaat uit loofbossen die gedomineerd worden door diverse boomsoorten zoals populier, es, esdoorn, beuk, haagbeuk, eik, iep en els.
Het is een grotendeels gesloten bos met een weelderige ondergroei. Dit bostype is de productievariant van delen van het haagbeuken- en essenbos en beek- en rivierbegeleidend bos.
Het komt voor op matig nat tot matig droge, vrij voedselrijke kleiige tot zandige bodems, waaronder overstromingsdelen van beken. Het bostype kan gevonden worden in het rivierengebied op oeverwallen en hoge uiterwaarden, lokaal op lemige zandgronden in het oosten, op kleibodems zoals in de Flevopolders maar ook in de kustgebieden, en lemige/kleiige kalkhellingen in Zuid-Limburg.
Dit bostype levert een belangrijke bijdrage aan de houtvoorziening door de goede groei van diverse gewilde (hardhout) loofboomsoorten. In potentie kan dit bostype de meeste houtige soorten bevatten. De diversiteit is laag tot matig hoog. Vooral soorten van oudere, meer ontwikkelde bosgroeiplaatsen ontbreken vaak nog, terwijl makkelijk koloniserende sporenplanten en vogels al aanwezig zijn. Door snelle groei en sterfte kan binnen afzienbare tijd een gevarieerde bosstructuur ontstaan, met veel dood hout en een weelderige struiklaag en bodemvegetatie.
Populier kan een belangrijke bijdrage leveren aan snelle bosontwikkeling en de productie van aanzienlijke hoeveelheid zaaghout en (dik) dood hout. De ondergroei bij populier wordt echter vaak (nog) gedomineerd door ruigtekruiden zoals grote brandnetel. Ook in door andere boomsoorten gedomineerde bossen treedt regelmatig verruiging op in grotere open plekken. Dit kan de verjonging van gewenste boom- en struiksoorten belemmeren. Kleinschalige kap en aanplant wanneer zaadbronnen van gewenste soorten nog ontbreken kan de (kwalitatieve en kwantitatieve) productie en samenstelling bevorderen. Door deze aanvullende bosverjongingsactiviteiten met primair lokaal gewenste inheemse boom- en struiksoorten wordt versneld een nieuwe gewenste bosgeneratie van voldoende ecologische kwaliteit gerealiseerd.
Staphorst, Noord-Bargerbos, Kootwijk, Speulderbos, Mastbos, Gieten-Borger en Emmerdennen.
De standaardkostprijsbladen gaan uit van de beheermaatregelen die gemiddeld over heel Nederland gezien nodig zijn om dit beheertype in stand te houden. Afhankelijk van regionale omstandigheden kan het noodzakelijk zijn om het beheer aan te passen voor de instandhouding van het beheertype.
Bekijk de meeste actuele standaardkostprijzen voor een overzicht van alle standaardkostprijzen per natuurtype.
De onderdelen subsidie, subsidieverplichtingen en subsidietarief, toeslagen voor natuurbeheer, beheeradvies en monitoring maken geen onderdeel uit van de Index.
De beheerder dient het beheertype in stand te houden. De wijze waarop hij deze instandhoudingsverplichting invult, is aan de beheerder zelf.
Bekijk de meest actuele subsidietarieven voor de jaarvergoeding voor het Natuurbeheertype N16.04 Vochtig bos met productie.
De vergoeding kan jaarlijks wijzigen en bedraagt 84% van de standaardkostprijs.
Variatie in het bos door de aanwezigheid van bijvoorbeeld open plekken, dood hout, gemengd bos en een goed ontwikkelde bosrand is van belang voor diverse faunagroepen zoals broedvogels, dagvlinders en zoogdieren.
Het beheertype vochtig bos met productie wordt gedomineerd door loofboomsoorten. De volgende kwalificerende structuurelementen worden onderscheiden [1]:
Parameter | Methode |
---|---|
Gemengd | > 40% oppervlakte |
Gemengd | > 60% oppervlakte |
Europees | > 60% oppervlakte |
Europees | > 80% oppervlakte |
Struweel en open plekken | > 5% oppervlakte |
Struweel en open plekken | > 10% oppervlakte |
Gelaagde boomfase | > 20% oppervlakte |
Gelaagde boomfase | > 40% oppervlakte |
Dikke dode bomen | > 3 per ha |
Dikke dode bomen | > 6 per ha |
Dikke dode bomen | > 9 per ha |
Dikke levende bomen | > 20% oppervlakte |
Dikke levende bomen | > 40% oppervlakte |
[1] Structuurelementen in bossen worden niet gekarteerd in geïsoleerde bospercelen < 5 ha.
Biotische kwaliteit wordt uitgedrukt in het voorkomen van kwalificerende flora- en faunasoorten uit de volgende soortgroepen:
Soortgroep | Soorten |
---|---|
Broedvogels: | appelvink, blauwborst, boomklever, boomkruiper, fluiter, groene specht, grote bonte specht, keep, kleine bonte specht, matkop, middelste bonte specht, nachtegaal, sijs, vuurgoudhaan, wielewaal, zwarte specht |
Tot de kwalificerende soorten mogen ook nog 2 extra soorten uit bijlage 1 gerekend worden, indien deze voorkomen in het beheertype.
Externe beïnvloeding
Hoog | Midden | Laag |
---|---|---|
<20 kg N ha-1 y-1 | 20 – 34 kg N ha-1 y-1 | > 34 kg N ha-1 y-1 |
<1420 mol N ha-1 y-1 | 1420-2420 mol N ha-1 y-1 | > 2420 mol N ha-1 y-1 |
* Waarde voor vochtige alluviale bossen (verschillende subtypen, 26,1-33,9 kg) (Van Dobben & Van Hinsbergen, 2008).
Wanneer het gebied geïsoleerd ligt en de oppervlakte groter is dan 150 ha. scoort het “goed”.
Oppervlakte beheertype/Ruimtelijke samenhang | >50 ha | 5-50 ha | <5 ha |
---|---|---|---|
Onderdeel van samenhangend boscomplex | Goed | Goed | Matig |
In nabijheid (binnen 1 km) van andere bossen | Goed | Matig | Slecht |
Geïsoleerd | Matig | Slecht | Slecht |
Parameter | Methode | Frequentie |
---|---|---|
Structuurelementen | Bosstructuurkartering | 12 jaar |
Broedvogels | Inventarisatie kwalificerende soorten | 6 jaar |
Stikstofdepositie | Opvragen stikstofdepositie | 6 jaar |
Ruimtelijke condities | GIS-analyse en veldwaarneming | 6 jaar |