Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL): in z’n volle breedte voor de Nederlandse natuur zorgen
19 februari 2024
We gaan de natuur in voor frisse lucht, ontspanning en om te genieten van mooie plekken. Maar de...
Lees meer
Het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) draagt bij aan het vertragen van de afname van weide- en akkervogels, maar is in de huidige vorm nog niet voldoende om natuurherstel in het agrarisch gebied te realiseren. Dat blijkt uit de Ecologische Evaluatie 2025, uitgevoerd door Wageningen University & Research in opdracht van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) en de gezamenlijke provincies (IPO).
Uit de evaluatie blijkt dat agrarische gebieden met ANLb een minder sterke achteruitgang van vogelpopulaties laten zien dan gebieden zonder deze vorm van beheer. Voor een stabiele populatie van weidevogels zou minstens 41% van een gebied intensief Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer moeten hebben. In de meeste gebieden ligt dit aandeel veel lager. Voor akkervogels ligt de drempel voor intensief ANLb op 18%.
Infographic: Resultaten en aanbevelingen uit de ecologische evaluatie 2025De provincies onderkennen het belang van agrarisch natuurbeheer en pleiten voor aanvullende maatregelen om de effectiviteit te vergroten. “We moeten steviger inzetten op grootschaliger en zwaarder beheer in samenhang met bredere gebiedsontwikkelingen. Samen met de agrarische collectieven – BoerenNatuur gaan wij graag aan de slag om deze opgaven vorm te geven” aldus gedeputeerde Matthijs de Vries namens de samenwerkende provincies.
Naast geclusterd zwaar beheer vraagt de evaluatie aandacht voor de invloed van waterkwaliteit, landschappelijke kenmerken en de aanwezigheid van zowel geschikte broed- als voedselgebieden. Behoud en versterking van natuurwaarden vraagt om een integrale aanpak.
Naast vogels zijn ook de trends voor vissen en amfibieën onderzocht. De evaluatie laat zien dat het beheer van sloten en poelen tot nu toe weinig effect heeft gehad op deze soorten; zowel in sloten met als zonder ANLb neemt de soortenrijkdom af. Dit komt volgens de onderzoekers onder meer door externe factoren zoals waterkwaliteit en de aanwezigheid van exotische rivierkreeften.
Provincies kunnen zorgen voor betere ruimtelijke clustering en samenhang met andere aspecten. Daarbij is het nodig dat het Rijk met aanvullende middelen, betere en langjarige tarieven, beschikbaar stelt voor clustering van het beheer. Op rijksniveau kan ook worden bijgedragen door te zorgen voor samenhangend beleid.