De gewone grootoorvleermuis: hoe bescherm je dit goed verstopte en vriendelijk ogende dier?

Gepubliceerd op: 27 maart 2025

De gewone grootoorvleermuis is een bijzonder geval binnen de vleermuissoorten. Het beschermde dier ziet er vriendelijk uit, is zeer moeilijk waar te nemen en heeft een kleine leefomgeving. Ruimtelijke activiteiten kunnen schadelijk zijn voor de gewone grootoorvleermuis. In het geactualiseerde ‘Kennisdocument gewone grootoorvleermuis’ van BIJ12 staat welke maatregelen genomen kunnen worden om schade te voorkomen of te beperken.

De grote grootoorvleermuis is behalve een uitstekende insectenbestrijder ook gewoon een heel schattig dier, vinden ecologen Marije Langstraat en Eric Jansen, beiden betrokken bij het vernieuwde Kennisdocument gewone grootoorvleermuis. “Door die grote oren”, zegt Langstraat. “En door dat varkensneusje”, zegt Jansen. Daarnaast is opvallend aan deze soort dat de sonar, de techniek waarmee ze met geluidsgolven en echo’s voorwerpen en prooien detecteren, zeer zacht is. Langstraat: “Ze hebben weinig sonar nodig, omdat ze op insecten jagen in dichte vegetatie en boomtoppen. Als mens kun je deze jaaggeluiden niet horen, alleen met een speciaal apparaatje.”

Gewone grootoorvleermuis – Erik Broer

De kolibrie onder de vleermuizen

Jansen noemt de soort de Nederlandse kolibrie onder de vleermuizen. “In tegenstelling tot andere vleermuizen kunnen ze dankzij hun speciale vleugels stilhangen in de lucht, achteruitvliegen en recht omhooggaan. Ze luisteren heel goed met hun grote oren en weten daardoor zeer nauwkeurig insecten als motten en langpootmuggen op te sporen.”
Hoeveel gewone grootoorvleermuizen er in Nederland leven is niet precies bekend. Wel zijn ze in alle provincies aanwezig. Jansen: “Ieder dorp hoort meerdere groepen van deze soort te hebben.”

Bomenkap en aanpassingen oude gebouwen

De soort kent twee culturen: boombewoners en gebouwbewoners. De boombewoners zitten in de zomer in boomholten, de gebouwbewoners bevinden zich op zolders van kerken, kloosters, boerenschuren en andere oude panden. In de winter verblijven ze in (semi-)ondergrondse plekken zoals bunkers, kelders van kastelen en de grotten in Limburg. “Dit betekent dat er goed moet worden opgelet bij bomenkap en bij aanpassingen aan oude gebouwen, zoals het plaatsen van appartementen in kerken”, zegt Langstraat.

Gemakkelijk over het hoofd gezien

Dat kan een uitdaging zijn, want ze worden gemakkelijk over het hoofd gezien. Langstraat: “Ze hebben niet alleen een zachte sonar, ze mijden ook open plekken. Hun verblijfplaats ligt vaak dicht bij hun jachtgebied, op een afstand van niet meer dan 500 meter. Als ze uit hun verblijfplaats komen, zoeken ze meteen beschutting. In die dichte vegetatie zijn ze onzichtbaar.” Daar komt bij dat ze lang op dezelfde plek verblijven en zich moeilijk aanpassen aan een nieuwe situatie. “Een groep heeft ongeveer vijf jaar nodig om een nieuwe plek te ontdekken”, zegt Jansen. “Als vanwege nieuwbouw of sloop een alternatieve verblijfplaats wordt gecreëerd, moeten de werkzaamheden vervolgens dus niet te snel starten. Geduld is van groot belang.”

Nieuwe onderzoekstechnieken

De nieuwe versie van het kennisdocument is op veel vlakken anders dan de vorige versie uit 2017. Dit komt omdat er inmiddels veel meer bekend is over de gewone grootoorvleermuis. “De vorige versie was algemener”, zegt Langstraat. “Dankzij nieuwe onderzoekstechnieken met onder andere kleine zenders weten we nu beter hoe de verblijfplaatsen, de vlieg- en foerageerroutes met elkaar samenhangen. Het hele netwerk van de soort komt tot uitdrukking in het nieuwe document.” Jansen: “Ook staan er nu concrete adviezen in hoe je vleermuiskasten op kunt hangen, bijvoorbeeld bij kerkzolders of in bossen.”

Voor wie?

De twee belangrijkste doelgroepen van het kennisdocument zijn initiatiefnemers van ruimtelijke activiteiten (en hun ecologisch adviseurs) en bevoegde gezagen (waaronder provincies). Het kennisdocument laat zien hoe zij rekening kunnen houden met de gewone grootoorvleermuis bij ruimtelijke activiteiten en het indienen en beoordelen van een omgevingsvergunningaanvraag in het kader van de Omgevingswet. Het kennisdocument kan landelijk worden toegepast.

Door wie?

BIJ12 beheert en coördineert namens de provincies voor meerdere beschermde diersoorten een kennisdocument. Een werkgroep met ecologische en juridische experts, onder leiding van BIJ12, heeft het kennisdocument over de gewone grootoorvleermuis uit 2017 geactualiseerd. Marije Langstraat zat als vertegenwoordiger van het Netwerk Groene Bureaus in de werkgroep, Eric Jansen als zelfstandig soortenexpert. Daarnaast zaten in de werkgroep nog andere soortexperts en vertegenwoordigers van de Zoogdiervereniging en bevoegde gezagen zoals de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en provincies.

Bekijk het geactualiseerde ‘Kennisdocument gewone grootoorvleermuis’

Lees de release notes van het Kennisdocument gewone grootoorvleermuis

Gerelateerd nieuws