Kenmerken: compacte zwaan met relatief korte hals, zwarte snavel en gele snavelbasis. Aanwezigheid: oktober tot en met maart, tegenwoordig vooral van november tot januari. Winterhabitat: graslanden, grote open wateren, geïnundeerde uiterwaarden, akkers; slaapt op grotere open wateren. Voedselgebieden liggen doorgaans op korte afstand.

Komt voor in/op

Open grasland, open akkerland.

Periode

Oktober-maart.

Doelsoortspecifieke terreinkenmerken

Winterperiode (oktober-maart):

  • Graslanden (vanaf december), ondergelopen uiterwaarden (januari-maart). Rust (soort is verstoringsgevoelig!).
  • Windmolenparken en hoogspanningsleidingen vormen barrières of leiden tot het mijden van voedselgebieden.
  • Grote, relatief ondiepe wateren met kranswieren en fonteinkruiden vormen foerageergebied (vooral oktober-december).
  • Waterplanten als voedselbron worden bij voorkeur benut in waterdiepte van 15-60 cm.
  • Grotere open wateren worden gebruikt als slaapplaats.

Soortspecifieke maatregelen

Winterperiode (oktober-maart):

  • Instandhouden van voedselrijke graslanden in open landschap; verhoging waterpeil (tot 5-10 cm boven maaiveld) vergroot foerageermogelijkheden.
  • Handhaaf in uiterwaarden die in agrarisch gebruik zijn inundaties na hoge rivierafvoer (5-10 cm water op maaiveld).
  • Tegengaan van verstoring (recreatie, jacht op andere soorten watervogels) en barrières op vliegroute (windturbines, hoogspanningsleidingen).
  • Herstel of behoud van goede waterkwaliteit, mede met het oog op draagkracht voor alle andere watervogels (er is plaatselijk sprake van concurrentie met andere watervogels, bijv. knobbelzwaan.
  • Geen verstoring door (water)recreatie of werkzaamheden in de foerageergebieden of de slaapplaatsen binnen een afstand van c. 700 m van de zwanen; geen verjaging van groepen ganzen in de nabijheid van zwanen of afschot van knobbelzwanen in gebieden waar gemengde groepen zwanen voorkomen.

Factoren populatieontwikkeling

  • Aanhoudende afname van de reproductie in de broedgebieden.
  • Vermoedelijk speelt een combinatie van factoren een rol: illegaal afschot, verslechtering van voedselomstandigheden op pleisterplaatsen en overwinteringsplekken, naast verslechtering van broedhabitat (incl. predatie en plaatselijk veranderingen door klimaat en toenemende infrastructuur).
  • Plaatselijk ook risico van botsingen met windturbines/hoogspanningsleidingen en in sommige jaren slechte weersomstandigheden tijdens de trek.

Staat van instandhouding (per 2022)

Niet-broedvogel: Zeer ongunstig
Verspreiding: gunstig
Populatie: Zeer ongunstig
Leefgebied: Gunstig
Toekomstverwachting: Zeer ongunstig

Meer informatie

  • SOVON (2023). https://stats.sovon.nl/stats/soort/1530
  • Alterra 2008. www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/documenten/profielen/vogels/Profiel_vogel_A037.pdf
  • van Eerden M.R., Beekman J.H., Smit M. & Oosterbeek K. 1997. Patch use by Bewick’s Swans Cygnus columbianus bewickii feeding upon Sago Pondweed Potamogeton pectinatus in shallow lakes in The Netherlands: variation in exploitation threshold caused by social, environmental and time dependent factors. In: van Eerden M.R. Patchwork. Van Zee tot Land 65. Rijkswaterstaat Directie IJsselmeergebied, Lelystad.
  • Fijn R.C., Krijgsveld K.L., Tijsen W., Prinsen H.A.M. & Dirksen S. 2012. Habitat use, disturbance and collision risks for Bewick’s Swans Cygnus columbianus bewickii wintering near a wind farm in the Netherlands. Wildfowl 62: 97-116.
  • Gyimesi, A. 2010. Carrying capacity of a heterogeneous lake for migrating swans. PhD thesis. Utrecht University, Utrecht.
  • Hornman M., Hustings F., Koffijberg K., Klaassen O., Kleefstra R., van Winden E., Sovon Ganzen- en Zwanenwerkgroep & Soldaat L. 2013. Watervogels in Nederland in 2011/2012. Sovon rapport 2013/66, Waterdienst rapport BM 13.27. Sovon Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen
  • Koffijberg K., Voslamber B. & van Winden E. 1997. Ganzen en zwanen in Nederland: overzicht van pleisterplaatsen in de periode 1985-1994. Sovon Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen.
  • Krijgsveld K.L., Smits R.R. & van der Winden J.2008. Verstoringsgevoeligheid van vogels: Update literatuurstudie naar de reacties van vogels op recreatie. Bureau Waardenburg, Culemborg.
  • Nagy S., Petkov N., Rees E., Solokha A., Hilton G., Beekman J. & Nolet B. 2011. International Single Species Action Plan for the North West European population of the Bewick’s Swan Cygnus columbianus bewickii (Final Draft). Wetlands International Wildfowl, Wageningen & Wildlife and Wetlands Trust, Slimbridge
  • Rees E.C. & Beekman J.H. 2010. Northwest European Bewick’s Swans: a population in decline. British Birds 103: 640-650.
  • Vogel R.L., Bouwma I., Koese B., Kranenbarg J., La Haye M., Odé B., Sierdsema H., Sparrius L., Verburg P. & Zollinger R. 2013. Het belang van Nederland buiten de Ecologische Hoofdstructuur voor soorten van de Vogelrichtlijn en van bijlage V van de Habitatrichtlijn. Sovon-rapport 2013.015. Sovon, Nijmegen.

Gerelateerde kennis