Tafeleend
Lees meer
Kenmerken: middelgrote zangvogel met donker kleed (winterhalfjaar met spikkels) en spitse gelige snavel. Vaak in groepen. Wanneer aanwezig: hele jaar. Eigen broedvogels blijven deels in Nederland overwinteren. In winter aanvulling met vogels uit (met name) Oost-Europa.
Habitatvoorkeur: halfopen tot besloten (parkachtige) landschappen.
Broedhabitat: semi-koloniaal broedend in holtes van bomen (o.a. oude nestholtes van spechten) en gebouwen, ook in nestkasten. Vooral dorpen/steden/bebouwing/bos (als broedgebied) en gazons, agrarisch gebied en natuurgebieden (als foerageergebied) op max. 500 m van het nest. Aantal broedsels: 1-2, aandeel tweede legsels verschilt waarschijnlijk van jaar tot jaar. Aantal eieren 4-7, broedduur 11-12 dagen, nestjongenperiode 19-24 dagen. Broedperiode: eileg sterk gesynchroniseerd, meeste vrouwtjes beginnen half of eind april met eileg. Tot in juni tweede legsels en nalegsels.
Voedsel adulten: bodemfauna, vruchten, zaden en granen. Voedsel nestjongen: bodemfauna (vooral emelten en andere insecten).
Open grasland, droge dooradering, erfvogel en boerenlandvogel.
April-juli.
Broedseizoen (april-juli)
Nestgelegenheid:
Broedseizoen + voor en na seizoen (april-oktober)
Voedsel:
Broedseizoen (april-juli)
Nestgelegenheid:
Broedseizoen voor en na seizoen (april-oktober)
Voedsel:
Verminderd voedselaanbod in landbouwgebieden, o.a. door:
Broedvogel: Zeer ongunstig
Verspreiding: Gunstig
Populatie: Zeer ongunstig
Leefgebied: matig ongunstig
Toekomstverwachting: Zeer ongunstig
Niet-broedvogel: Zeer ongunstig
Verspreiding: Gunstig
Populatie: Zeer ongunstig
Leefgebied: matig ongunstig
Toekomstverwachting: matig ongunstig