Kenmerken: kleine, slanke duif; in vergelijking met turkse tortel (enigszins gelijkend) veel bruinere vleugels, roze hals en borst, gestreepte halsvlekken en zwarte staart contrasterend met smalle witte eindband. Wanneer aanwezig: eind april-half september. Overwintert bezuiden de Sahara.

Habitatvoorkeur: kleinschalig cultuurlandschap, jonge bosaanplant, bosopslag, jong parkachtig landschap.
Broedhabitat: struiken en lage bomen in halfopen agrarisch en parkachtig gebied. Aantal broedsels 1-2, aantal eieren 2, broedduur 13-16 dagen, nestjongenperiode 18-23 dagen.
Broedperiode: mei-augustus:

  • Eileg vooral half mei-half juli.
  • Verstoringsafstanden: vaak vrij schuw, kan echter tam zijn op erven en in recreatieparken.

Voedsel adult en jongen: zaden, graan, kruiden (duivenkervel, vogelmuur, gewone hoornbloem enz.). Foerageermethode: lopend op de grond en in lage vegetaties.

Komt voor in/op

Droge dooradering, boerenlandvogel.

Periode

Mei-augustus.

Doelsoortspecifieke terreinkenmerken

Broedseizoen (mei-augustus)
Nestgelegenheid:

  • Halfopen agrarisch gebied. Voorkeur voor een mozaïek van akkers en graslanden (voedsel) met bosjes, houtwallen, hagen en erfbeplanting.
  • Nestelt bij voorkeur in dichte struwelen, vaak doornstruiken, op een hoogte van enkele meters.

Broedseizoen (mei-augustus)
Voedsel:

  • Zoekt voedsel op open tot laag begroeide plekken.
  • Vlak voor wegtrek (augustus) op voedselrijke plekken met lage kruiden of met valgraan, soms in groepjes.

Soortspecifieke maatregelen

Broedseizoen (meiaugustus)
Nestgelegenheid:

  • Behoud, aanleg en herstel van geschikte landschapselementen: houtwallen en bosjes met meidoorn, hazelaar, vlier, sleedoorn, wegedoorn e.d., liefst met dichte ondergroei van braam. Min. 4 m breed en 4 m hoog.
  • Forse doornstruwelen (meidoorn, sleedoorn, braam) beschermen tegen veevraat (nest wordt dan te zichtbaar) en laten uitgroeien.
  • Niet alle heggen tegelijk snoeien (maar in 3-5 jarige cyclus) en variatie in hoogte en breedte aanhouden.
  • Gevoelig voor verstoring (en met name nest met witte eieren opvallend voor predatoren).
  • Dus geen onderhoudswerkzaamheden in broedtijd.
  • Snoeiwerk uitvoeren in herfst of winter.

Broedseizoen (mei-augustus)
Voedsel:

  • Scheppen van open, kruidenrijke, grazige plekken, in zowel graslanden als akkers.
  • Geen gewasbeschermingsmiddelen of meststoffen.
  • Kruidenrijke plekken zo lang mogelijk in stand houden, dus niet onderwerken (hebben ook functie tijdens opvetten voor de wegtrek).
  • Braaklegging en realiseren van randen met veel voedselplanten.

Factoren populatieontwikkeling

Beschikbaarheid van voedsel in het broedseizoen;

  • Schaarste aan zaden (ook van kruiden), resulterend in onvoldoende reproductie (aantal legsels per jaar is ontoereikend geworden, late legsels –in augustus- komen amper meer voor)
  • Beschikbaarheid broedgelegenheid; veel nestgelegenheid in de vorm van dichte heggen en houtwallen is verdwenen tijdens ruilverkavelingen en schaalvergroting.
  • Overleving tijdens trek en overwintering: soort wordt (illegaal) bejaagd in Zuid-Europa en lijdt in Afrikaanse overwinteringsgebieden onder boskap en jacht op de slaapplaatsen, en droogte in de Sahel.

Staat van instandhouding (per 2022)

Broedvogel: zeer ongunstig
Verspreiding: Matig ongunstig
Populatie: zeer ongunstig
Leefgebied: zeer ongunstig
Toekomstperspectief: zeer ongunstig

Meer informatie

  • SOVON (2023). https://stats.sovon.nl/stats/soort/6870
  • Browne S.J. & Aebischer N.J. 2003. Temporal changes in the breeding ecology of European Turtle Dove Streptopelia turtur in Britain, and implications for conservation. Ibis 146: 125-137.
  • Browne S.J., Aebischer N.J., Yfantis G. & Marchant J.H. 2004. Habitat availability and use by Turtle Doves Streptopelia turtur between 1965 and 1995: an analysis of Common Bird Census data. Bird Study 51: 1-11.
  • European Communities.2007. Management Plan for Turtle Dove (Streptopelia turtur) 2007-2009.
  • Eraud C., Boutin J.M., Riviere M., Brun J., Barbraud C. & Lormee C. 2009. Survival of Turtle Doves Streptopelia turtur in relation to western Africa environmental conditions. Ibis 151: 188-190.
  • Zwarts L., Bijlsma R.G., van der Kamp J. & Wymenga E. 2009. Living on the edge: Wetlands and birds in a changing Sahel. KNNV Publishing, Zeist.

Gerelateerde kennis