W01.01 Agrarisch waterbeheergebied
Een groot deel van het oppervlaktewater in Nederland bevindt zich in agrarisch gebied. Veel watergangen grenzen aan agrarische gronden en de oevers fungeren als overgangszone naar het droge landgedeelte.
Een groot deel van het oppervlaktewater in Nederland bevindt zich in agrarisch gebied. Veel watergangen grenzen aan agrarische gronden en de oevers fungeren als overgangszone naar het droge landgedeelte.
Water- en oevervegetaties hebben een zuiverende werking op chemische bestanddelen in het water in de watergangen, waardoor de watergangen aantrekkelijker worden voor minder tolerante flora en fauna. Er zijn veel faunasoorten welke gebruik maken van deze oeverzones om hierin onder meer te schuilen, foerageren of te broeden en jongen groot te brengen.
De oevers van de watergangen kunnen door aanpassing van het gangbare talud of door een aangepast beheer van de vegetaties en waterbodem veel meer diversiteit in flora- en faunasoorten gaan bevatten. Hierbij valt te denken aan het voorkomen van instromen van meststoffen en chemische bestrijdingsmiddelen op taluds en perceelsranden. Door de combinatie met inzaaien van gras/akker randen met niet-teeltgewassen kan snel meer biodiversiteit het resultaat zijn. Ook een in de tijd en ruimtelijk gefaseerd en methodisch natuurvriendelijk beheer van watergangen draagt bij aan verbetering van de waterkwaliteit.
De afgelopen decennia is de wens om het vasthouden en (tijdelijk) bergen van water steeds groter geworden. Vooral in het landelijk gebied kan hier invulling aan gegeven worden. Het gaat dan op landbouwgronden om het opvangen van water bij overvloedige neerslag en het opzetten van een hoger waterpeil. Daarmee kunnen meer optimale situaties worden gecreëerd voor specifieke flora en fauna in een specifiek gebied. Dit kan zelfs vragen om de teelt van andere, meer water-tolerante landbouwgewassen en / of accepteren van minder teeltopbrengst of kwaliteitsdaling van een gewas.
Het beheertype agrarisch waterbeheergebied kan bestaan uit lijnvormige waterelementen die verschillende gebieden verbinden, tot en met grotere gebiedsoppervlaktes waarvoor een gemeenschappelijke wateropgave bestaat.
De genoemde waterbeheermaatregelen kunnen een positieve bijdrage leveren aan de biotopen van diverse faunasoorten, welke door agrarisch natuurbeheer worden ondersteund en waarvoor Nederland een internationale verantwoordelijkheid heeft. Het gaat hierbij hoofdzakelijk om de soorten die in het agrarisch natuurbeheer zijn beschreven onder Natte dooradering.