Structuur
Dit beheertype omvat droge tot vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke graslanden. Ze omvat een scala aan bloemrijke vegetaties van vrij schrale typen kamgrasweiden tot tamelijk voedselrijke witbolgraslanden. Vochtige hooilanden met grondwaterinvloed, overstromingsgraslanden, natte en droge schraallanden en glanshaverhooilanden vallen buiten dit type, maar worden als zelfstandige beheertypen onderscheiden. De planten die in dit beheertype voorkomen zijn merendeels algemenere soorten die weinig specifieke eisen aan de abiotische omgeving stellen. Flora en vegetatie zijn daarom niet bepalend voor de kwaliteit van dit beheertype, en de milieu- en watercondities slechts in beperkte mate. Wel is het belangrijk om te streven naar een zo groot mogelijke variatie in voedselrijkdom en vochtigheid.
Variatie in structuur is belangrijk voor faunasoorten die in dit grasland voorkomen. Zo zorgt een afwisseling tussen korte en hoge vegetatie met plaatselijk ruigte en struweel voor verschil in microklimaat, hetgeen van belang is voor dagvlinders, andere insecten, reptielen, vogels en kleine zoogdieren.
Binnen het kruiden- en faunarijk grasland zijn grasachtigen dominant, maar kruiden en mossen hebben een oppervlakteaandeel van tenminste 20%. De volgende kwalificerende structuurelementen worden onderscheiden:
N12.02 Kruiden- en faunarijk grasland – Structuur
Structuurelement | Min. % | Max. % |
Hoog struweel, incl. braam-, gagel- en bremstruweel | 5 | 20 |
Solitaire bomen en kleine bosjes (>5 m) | 1 | 5 |
Meter slootlengte / hectare* | 100 | – |
* Slootlengte is in meter/ha, geen percentage
Kwaliteitsbepaling
- “Hoog”: indien minimaal 2 of meer kwalificerende structuurelementen aanwezig zijn.
- “Midden”: indien 1 kwalificerende structuurelementen aanwezig zijn.
- “Laag”: indien geen kwalificerend structuurelement aanwezig is.
Flora en fauna
Biotische kwaliteit wordt uitgedrukt in het voorkomen van kwalificerende flora- en faunasoorten uit de volgende soortgroepen:
N12.02 Kruiden- en faunarijk grasland – Flora en fauna
Soortgroep | Soorten |
Planten: | bochtige klaver, echte koekoeksbloem, gewone brunel, gewone margriet, grote ratelaar, kamgras, karwijvarkenskervel, klavervreter, klein vogelpootje, knolvossenstaart, knoopkruid, moerasstruisgras, muizenoor, polei, spits havikskruid, waterkruiskruid, witte munt, zwarte zegge |
Dagvlinders: | argusvlinder, bruin blauwtje, bruine vuurvlinder, bruin zandoogje, geelsprietdikkopje, groot dikkopje, hooibeestje, kleine parelmoervlinder, zwartsprietdikkopje |
Tot de kwalificerende soorten kunnen ook 2 extra (bedreigd, ernstig bedreigde of verdwenen uit Nederland) Rode lijst soorten gerekend worden. Enkel van de volgende soortgroepen: vissen, reptielen, amfibieën, mossen, kranswieren, vaatplanten, dagvlinders, libellen, sprinkhanen, krekels en vogels. Deze soorten tellen alleen mee voor het aantal soorten, maar niet voor het criterium van verspreiding en soortgroepen.
Kwaliteitsbepaling
- “Hoog”: indien minimaal 6 kwalificerende soorten voorkomen, waarvan ten minste 4 op >15% van de oppervlakte van het beheertype en beide soortgroepen vertegenwoordigd zijn.
- “Midden”: indien 4-5 kwalificerende soorten voorkomen of indien meer soorten voorkomen, maar niet aan de eisen van klasse “Hoog” voldaan wordt.
- “Laag”: indien niet aan de klasse “Midden” of “Hoog” voldaan is.
Milieu- en watercondities
Voor dit type worden geen milieu- en watercondities gemonitord.
Ruimtelijke condities
N12.02 Kruiden- en faunarijk grasland – Ruimtelijke condities
Oppervlakte beheertype/Ruimtelijke samenhang | >75 ha | 5 – 75 ha | 1-5 ha | < 1 ha |
Verbonden (afstand max. 30 meter) met andere graslandbeheertypen (N10 t/m N12) | Hoog | Hoog | Hoog | Midden |
In nabijheid (binnen 1 km) van andere graslandbeheertypen (N10 t/m N12) | Hoog | Hoog | Midden | Laag |
Geïsoleerd | Hoog | Midden | Laag | Laag |
Monitoring
N12.02 Kruiden- en faunarijk grasland – Monitoring
Parameter | Methode | Frequentie |
Structuurelementen | Bepaling bedekking | 6 jaar |
Planten | Inventarisatie kwalificerende soorten | 6 jaar |
Dagvlinders | Inventarisatie kwalificerende soorten | 6 jaar |
Ruimtelijke condities | GIS-analyse en veldwaarneming | 6 jaar |