Structuur
Het beheertype droog hakhout omvat periodiek afgezette loofbossen van enige omvang op drogere en goed bereikbare, vlakke gronden. Het hakhoutbeheer kan daardoor machinaal plaatsvinden. De oorsprong van hakhoutbossen is cultuurhistorisch bepaald; vooral voor kleinere percelen geldt dat de waarde zich dan ook vooral op dat gebied concentreert.
Kenmerkend is de aanwezigheid van hakhoutstoven; deze worden periodiek bij de grond afgezet in een cyclus van 4-15 jaar, al naar gelang de dominante boomsoort. Dat kan bijvoorbeeld eik, berk linde en/ of hazelaar zijn. Droog hakhout komt met name voor op de hogere zandgronden en aan de binnenduinrand. Oude hakhoutpercelen met een dunne strooisellaag kunnen zeldzame bosplanten herbergen, vooral wanneer de bodem basenrijk is. Oude stoven en bomen kunnen kenmerkende mossen en insecten herbergen.
De in de hakhoutpercelen aanwezige structuurelementen worden volledig bepaald door de periodieke kap, en zijn daarmee annex aan het beheertype. Er wordt dan ook geen kwaliteitsbepaling voorgesteld op basis van structuurelementen.
Flora en fauna
De biotische kwaliteit wordt uitgedrukt in het voorkomen van kwalificerende broedvogelsoorten:
N17.02 Droog hakhout – Flora en fauna
Soortgroep |
Soorten |
Broedvogels: |
boomleeuwerik, boompieper, geelgors, gekraagde roodstaart, groenling, putter |
Tot de kwalificerende soorten kunnen ook 2 extra (bedreigd, ernstig bedreigde of verdwenen uit Nederland) Rode lijst soorten gerekend worden. Enkel van de volgende soortgroepen: vissen, reptielen, amfibieën, mossen, kranswieren, vaatplanten, dagvlinders, libellen, sprinkhanen, krekels en vogels. Deze soorten tellen alleen mee voor het aantal soorten, maar niet voor het criterium van verspreiding en soortgroepen.
Kwaliteitsbepaling
- “Hoog”: indien minimaal 3 kwalificerende soorten voorkomen, waarvan ten minste 2 op >15% van de oppervlakte van het beheertype.
- “Midden”: indien 2 kwalificerende soorten voorkomen of indien meer soorten voorkomen, maar niet aan de eisen van klasse “Hoog” voldaan wordt.
- “Laag”: indien niet aan de klasse “Midden” of “Hoog” voldaan is.
Milieu- en watercondities
Externe beïnvloeding
N17.02 Droog hakhout – Stikstofdepositie *
|
Hoog |
Midden |
Laag |
Stikstofdepositie* |
< 20 kg N ha-1 y-1 |
20-29 kg N ha-1 y-1 |
> 29 kg N ha-1 y-1 |
|
< 1420 mol N ha-1 y-1 |
1420-2060 mol N ha-1 y-1 |
> 2060 mol N ha-1 y-1 |
* Waarde Beuken-eikenbossen met Hulst (20 kg), Eiken-haagbeukenbossen (20 kg) en Oude eikenbossen (15 kg) (Van Dobben & Van Hinsbergen, 2008).
Ruimtelijke condities
Voor dit beheertype worden geen ruimtelijke condities gemonitord. De cultuurhistorische waarden en landschappelijke setting zijn voor dit type van groot belang en deze bepalen de ruimtelijke condities.
Monitoring
N17.02 Droog hakhout – Flora en fauna
Parameter |
Methode |
Frequentie |
Stikstofdepositie |
Opvragen stikstofdepositie |
6 jaar |
Broedvogels |
Inventarisatie kwalificerende soorten |
6 jaar |