Aanvragen subsidie voor agrarisch natuurbeheer
Subsidie voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer van het SNL kan bij de provincie, worden...
Lees meer
Per 1 januari 2016 is het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) ingevoerd. De kern hiervan is een leefgebiedenbenadering voor (dier)soorten van internationaal belang op basis van een collectieve, gebiedsgerichte aanpak. Het ANLb gaat uit van effectief en efficiënt agrarisch natuurbeheer (meer natuurwinst), een collectieve, gebiedsgerichte aanpak en –verantwoordelijkheid. De subsidie wordt mede gefinancierd door Europa. Dit stelt voorwaarden aan de uitvoering van het ANLb (EU-conforme uitvoering).
Het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer is een belangrijk instrument voor het realiseren van de (internationale) natuurdoelen. Het ANLb ondersteunt het beheer van natuurgebieden en verbindt de natuurgebieden met elkaar. Daarnaast zijn er veel soorten die hun leefgebied in het agrarisch gebied hebben. Via het ANLb worden de leefgebieden voor deze soorten in stand gehouden.
Uitgangspunt van het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer is een leefgebiedenbenadering: het creëren en in stand houden van een leefgebied voor een soort of groep van soorten die vergelijkbaar beheer vraagt.
Doelsoorten zijn de diersoorten waarvoor Nederland op grond van de Vogel- en Habitatrichtlijn de internationale verplichting heeft om de “Staat van Instandhouding” van deze soorten te verbeteren of te behouden. Het gaat om amfibieën, insecten, vlinders, vogels, zoogdieren en vleermuizen. Er zijn in totaal 68 soorten benoemd, waaronder: de gele kwikstaart, kievit, grutto, blauwe kiekendief, houtduif, torenvalk, boomkikker, kamsalamander, tureluur, hazelmuis, bunzing, steenuil.
Subsidie voor het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer kan worden verleend voor 3 agrarische leefgebieden en voor de categorieën water en klimaat. De drie leefgebieden komen overeen met de agrarische natuurtypen van de Index Natuur en Landschap: open grasland, open akkerland en dooradering.
De beheeractiviteiten die worden uitgevoerd in een agrarisch leefgebied hebben een functie, bijvoorbeeld het creëren van foerageergebieden, of het optimaliseren van voortplantingsmogelijkheden. Voor de categorie water gelden andere beheerfuncties, zoals waterberging of bufferzones.
Subsidie voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer van het SNL kan bij de provincie, worden aangevraagd door gecertificeerde agrarische collectieven. Het moment waarop een subsidieaanvraag kan worden gedaan verschilt per provincie. De meeste provincies stellen de regeling jaarlijks enkele weken open in de periode van juni tot en met september.
Lees meer over het aanvragen subsidie voor agrarisch natuurbeheer
Het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) is onderdeel van het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL). Via het SNL verlenen de provincies subsidie voor het behoud en de ontwikkeling van (agrarische) natuurgebieden en landschappen.
De provincies stellen, in samenspraak met gebiedspartijen, de ambities en natuurdoelen voor het gebied vast. Zij zorgen ervoor dat de ambities en doelen van alle betrokkenen in een gebied worden vastgelegd in hun provinciale natuurbeheerplannen. Hierin staat in grote lijnen waar het agrarisch natuurbeheer zal worden toegepast. Hoe dit wordt ingevuld, is aan de agrarische collectieven. Dit wordt duidelijk in de jaarlijkse beheerplannen die de collectieven opstellen in nauwe samenspraak met andere partijen in de omgeving, zoals natuur- en landschapsorganisaties en waterschappen. Het doel is om een breed draagvlak in de streek op gang te brengen, waardoor maatschappelijke doelen (natuur, water, recreatie) op termijn effectiever worden verwezenlijkt.
Agrarische collectieven vragen de subsidie voor Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer aan. Boeren vragen dus niet meer individueel subsidie aan. Een agrarisch collectief is een samenwerkingsverband in een bepaald gebied. Het bestaat uit agrariërs en andere grondgebruikers in dat gebied die zich vrijwillig hebben verenigd voor het uitvoeren van agrarisch natuur- en landschapsbeheer. De collectieven sluiten zelf de contracten met de agrarische natuurbeheerders (boeren) af. Gecertificeerde agrarische collectieven kunnen in de aanvraagperiode een subsidieaanvraag indienen bij de provincie. Dit wordt de gebiedsaanvraag genoemd. De aanvraag geldt voor een zesjarige subsidieperiode. In de gebiedsaanvraag laten agrarische collectieven zien welke prestaties zij op gebiedsniveau willen realiseren en hoe deze bijdragen aan het realiseren van de doelen uit het natuurbeheerplan.
Certificering is een verklaring van de provincie waarmee een agrarisch collectief bepaalde kwaliteitseisen voor beheer, organisatie en administratie garandeert. Het collectief stelt een kwaliteitshandboek op, op basis waarvan zij zich kan certificeren.
Provincies hebben de Stichting Certificering SNL opgericht, die namens de provincies de certificering verzorgt voor het natuurbeheer en het agrarisch natuurbeheer.
Voor meer informatie ga hier naar de website van de Stichting Certificering SNL
Het GLB bestaat uit 2 pijlers. Onder pijler 2 valt het plattelandsontwikkelingsprogramma. De Nederlandse uitwerking van het Europese Plattelandsontwikkelingsprogramma is uitgewerkt in een nationaal programma. Dit is het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP 3). Het agrarisch natuurbeheer vormt als agromilieu en -klimaatmaatregel een belangrijk instrument in het POP 3.
De POP 3 periode loopt tot en met 2020. In 2021 gaat de POP 3 plus periode in. In 2023 gaat het nieuwe GLB van start.
Onderdeel van het nieuwe GLB is dat iedere lidstaat een Nationaal Strategisch Plan (NSP) ontwikkeld. Het NSP beschrijft hoe we de toepassing van de Europese regels in Nederland vorm gaan geven. Meer informatie over het nieuwe GLB.Deze link opent in een nieuw tabblad
Het ANLb en het werken met agrarische collectieven wordt in het nieuwe GLB voortgezet. Agrarische collectieven voeren momenteel pilots uit in het kader van het nieuwe GLB. Meer informatie over de GLB- pilots.
Afhankelijk van het soort aanvraag (natuur of agrarische natuur) en de grootte van de aanvraag (kleiner of groter dan 75 hectare) wordt de subsidieaanvraag ingediend bij de provincie of bij Rijksdienst voor Ondernemend NederlandDeze link opent in een nieuw tabblad. Zie voor meer informatie hierover het thema Subsidiestelsel Natuur en Landschap. Hier wordt het subsidieverleningsproces van RVO beschreven.
RVO neemt subsidieaanvragen in behandeling die compleet zijn en die binnen de aanvraagperiode van de regeling heeft ontvangen.
RVO controleert de aanvraag en neemt tien weken na ontvangst van de aanvraag een beslissing namens de provincie. Deze beslistermijn kan één keer met tien weken worden verlengd. Het besluit komt in een subsidiebeschikking via de post. Hierin staat of de aanvraag helemaal of voor een deel is goedgekeurd. Subsidieaanvragers die niet in aanmerking komen voor de subsidie, krijgen een afwijsbrief.
Om de aanvraag te kunnen beoordelen, moet deze volledig en naar waarheid zijn ingevuld. Het kan zijn dat de subsidieaanvrager nog aanvullende gegevens moet aanleveren. Als dat zo is, krijgt de aanvrager een brief met het verzoek de aanvraag aan te vullen. De aanvrager heeft hiervoor eenmalig veertien dagen de tijd. De termijn van veertien dagen geldt vanaf het moment dat Rijksdienst voor Ondernemend Nederland om de aanvulling vraagt. RVO verlengt in dit geval de beslissingstermijn met de tijd die de aanvrager nodig heeft de aanvraag aan te vullen.
Als de subsidieaanvraag buiten de aanvraagperiode wordt ingediend, dus te vroeg of te laat, dan neemt RVO de aanvraag niet in behandeling. De aanvrager ontvangt hiervan schriftelijk bericht (een brief). Als de aanvraag te vroeg wordt ingestuurd, mag de aanvrager een nieuwe aanvraag insturen in de juiste aanvraagperiode.
Het kan zijn dat er onvoldoende subsidiebudget is voor alle aanvragen. In dat geval verloopt de toekenning van de subsidie volgens het principe ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’. Hierbij is de datum waarop de subsidieaanvraag volledig bij RVO binnenkomt bepalend (datum ontvangst complete aanvraag).
Aanvragers kunnen de status van een subsidieaanvraag volgen in ‘Mijn dossier’ op Mijn.RVO.nlDeze link opent in een nieuw tabblad.
Bij de Lopende zaken vindt de aanvrager de aanvragen die ontvangen zijn. Door op de aanvraag te klikken worden voor SNL de stappen getoond:
In de digitale subsidieaanvraag zijn al enkele beoordeelcontroles verwerkt:
De beoordelaar bekijkt de meldingen en toetst of er voldoende budget is voor de aanvraag. Daarna neemt hij een beslissing op de aanvraag en verstuurt hij de beschikking (beslisbrief) aan de subsidieaanvrager.
Agrarisch natuurbeheerders die subsidie voor hun beheerovereenkomst toegewezen krijgen, doen jaarlijks een betaalverzoek voor uitbetaling van hun subsidie. De betaling volgt vervolgens na afloop van het beheerjaar (alleen als het betaalverzoek is ingediend). Beheerders van natuur hoeven geen betaalverzoek te doen, zij ontvangen de betaling automatisch na afloop van het beheerjaar.
Gedeputeerde Staten stellen de subsidie binnen tien weken na afloop van de zes aaneengesloten kalenderjaren waarvoor de subsidie natuurbeheer is verstrekt ambtshalve vast. De vaststelling kan één maal met maximaal tien weken worden verdaagd.
Er zijn lopende agrarische natuurbeheersubsidies binnen het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL), die zijn ingegaan vóór 1 januari 2016, en na 2016 doorlopen (6-jarige contracten). Beheerders die niet overstappen of overgestapt zijn naar de gebiedsaanvraag van het agrarisch collectief dienen het huidige subsidiecontract uit onder dezelfde voorwaarden.
Lees meer over subsidiecontracten gestart voor 1 januari 2016
Een professionele monitoring is van groot belang om te weten of het gevoerde beheer tot resultaten leidt. Deze protocollen dragen daaraan bij.
Lees meer over monitoring en natuurinformatie
Het ANLb gaat uit van vier leefgebieden en de categorie water voor het agrarisch natuur- en landschapsbeheer, Daarbinnen worden beheerfunctie onderscheiden zoals het creëren van foerageergebieden, of het verschralen of optimaliseren van voortplantingsmogelijkheden. Binnen elk functie zijn een of meerdere beheeractiviteiten mogelijk. In de zogenaamde koppeltabel is per leefgebied/categorie water en per beheerfunctie aangegeven welke beheeractiviteiten mogelijk zijn. De koppeltabel maakt deel uit van het maatregelfiche uit POP3 en vormt de grondslag voor de Europese cofinancering van ANLb.
In het overzicht beheerpakketten ANLb van BoerenNatuur is bij elke pakketbeschrijving onder beheereisen de relatie gelegd met de beheeractiviteiten uit de koppeltabel.
Kunt u iets niet vinden? En stond dit voorheen wel op onze website? Dan is de kans groot dat dit tijdens de actualisatie van onze website is verwijderd. Maar het is niet weg! Oude pagina’s, bestanden en nieuwsberichten zijn terug te vinden via onze archiefsite