Habitatkaarten

Met het rekenmodel AERIUS toetsen we de neerslag (depositie) van stikstof op Natura 2000-gebieden. AERIUS geeft daarbij ook aan waar de stikstofgevoelige habitats; habitattypen en leefgebieden van soorten gelegen zijn. Deze informatie is belangrijk voor de vergunningverlening. AERIUS maakt hiervoor gebruik van door het bevoegd gezag (provincies en Rijkswaterstaat) opgestelde habitatkaarten.

Habitattypen en habitattypenkaarten

Nederland is verplicht om bepaalde soorten en habitats te beschermen. De doelen die in Natura 2000-gebieden moeten worden behaald, worden de instandhoudingsdoelen genoemd. Om te bepalen waar de instandhoudingsdoelen van habitattypen en soorten daadwerkelijk liggen, wordt een habitattypenkaartDeze link opent in een nieuw tabblad en een leefgebiedenkaart opgesteld.

Een habitattype is een bepaald type ecosysteem met kenmerkende eigenschappen, dat beschermd is middels de Habitatrichtlijn. In de habitattypenkaart zijn de habitattypen van de Natura 2000-gebieden opgenomen. Dit gebeurt op basis van hoogwaardig veldwerk, waarbij vegetatietypen worden gekarteerd. De vegetatietypen hebben een fijner detailniveau dan de habitattypen en zijn niet allemaal beschermd. Daar waar habitattypen voorkomen, worden deze vegetatietypen vertaald naar habitattypen.  Zo vormen de vegetatiekaarten de basis voor de habitattypenkaarten. Een deel van de habitattypen is stikstofgevoelig.

Leefgebieden en stikstofgevoelige leefgebiedtypen

Anders dan vegetaties, die een vaste standplaats hebben, bewegen dieren zich door de ruimte: hun leefgebied. Elk stukje landschap vervult een specifieke rol in de levenscyclus van een dier, bijvoorbeeld om te broeden, om te rusten of om voedsel te verzamelen. Het leefgebied van een soort bestaat deels uit de aangewezen habitattypen, maar deels ook uit vegetaties die buiten deze habitattypen vallen. Die andere vegetaties kunnen, net als habitattypen, ook stikstofgevoelig zijn. Deze stikstofgevoelige vegetaties in de leefgebieden van soorten worden de stikstofgevoelige leefgebiedtypen genoemd. De stikstofgevoelige leefgebiedtypenkaart geeft de afbakening aan van deze stikstofgevoelige leefgebiedtypen.

Habitatkaarten in AERIUS

De habitattypenkaart en de leefgebiedenkaart samengevoegd leveren de habitatkaart op. In AERIUS wordt echter alleen de relevante habitatkartering gebruikt om de stikstofbelasting te toetsen. Deze dataset bevat de begrenzing van de stikstofgevoelige habitattypen en/of leefgebiedtypen binnen een Natura 2000-gebied: dit is de habitatkaart in AERIUS.

Om inzicht te krijgen in de stikstofbijdrage van een activiteit of emissiebron op een Natura 2000-gebied, worden berekeningen gedaan in AERIUS Calculator. Deze worden uitgevoerd op een grid van zeshoekige hectares, dat een hexagonengrid genoemd wordt.

Hexagonengrids in AERIUS zijn gebaseerd op de habitatkaart. Alleen op plekken waar stikstofgevoelig habitat voorkomt, liggen hexagonen. Ieder hexagoon dat (deels) overlapt met één of meerdere vlakken met stikstofgevoelige natuur die beschermd moet worden in de habitatkaart, wordt meegenomen in een stikstofdepositieberekening in AERIUS Calculator.

Monitoring en actualisatie

De habitattypen- en leefgebiedtypenkaarten tonen de feitelijke situatie zoals die buiten is, op basis van waarnemingen in het veld. De ontwikkeling van habitattypen en leefgebiedtypen, plus de verspreiding van de soorten, wordt voortdurend gemonitord. De bestaande kaarten worden verbeterd op basis van veldonderzoek en nieuwe inzichten over de situatie van de aanwijzing. Afhankelijk van de ontwikkelingen en het gevolg voor de bescherming van de Natura 2000-gebieden worden de kaarten in AERIUS daarop aangepast.

Bovendien laat monitoring zien dat in loop der tijd zich op sommige plekken nieuwe habitats ontwikkelen, terwijl op andere plekken habitats verdwijnen. Om die ontwikkeling in kaart te brengen, worden elke ongeveer 12 jaar nieuwe vegetatiekarteringen gemaakt in het veld. Op basis daarvan worden nieuwe habitatkaarten opgesteld.

De T0-habitatkaart geeft de ligging van beschermde habitats weer op het moment dat de bescherming van het Natura 2000-gebied begon, de situatie rond het aanwijzingsbesluit. De T1-kaart geeft de ligging van de habitats weer ongeveer 12 jaar na de T0-kaart. Nieuwe T1-kaarten beginnen nu geleidelijk beschikbaar te komen. Na de T1-kaarten volgen, na elke 12 jaar, de T2-kaart, de T3-kaart, enzovoort. Hiermee worden de voortdurende veranderingen van habitats in kaart gebracht.

Verschilanalyse habitatkaarten

Het opstellen van actuele habitatkaarten is de verantwoordelijkheid van de bevoegde gezagen: de provincies, Rijkswaterstaat (namens het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat – voor de grote wateren) en voor een klein deel het ministerie van Defensie. BIJ12 zorgt voor de centrale opslag van de gegevens. Op verzoek van de bevoegde gezagen bundelt BIJ12 de habitatkaarten en levert deze aan het RIVM om in te voeren in AERIUS.

In de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn, die zijn opgenomen in de Omgevingswet, staat dat Natura 2000-natuur niet mag verslechteren. Dat betekent dat beschermde natuur niet mag verdwijnen. Toch is sinds het maken van de T0-habitatkaart op sommige plekken beschermde natuur verdwenen. Op de T1-habitatkaart is deze natuur daarom ook afwezig.

Bij het invoeren van nieuwe habitatkaarten in AERIUS moet rekening gehouden worden met het verslechteringsverbod. In sommige gevallen betekent dit dat duidelijk moet zijn waar het habitat hersteld moet worden op de locatie waar het verdwenen is. Hiervoor wordt een verschilanalyse uitgevoerd. Met die verschilanalyse worden de oude en nieuwe habitatkaart met elkaar vergeleken. Op basis daarvan wordt vastgelegd waar technisch gezien sprake is van verdwenen habitat. Vervolgens gaan de bevoegde gezagen na of er daadwerkelijk sprake is van verdwenen habitat of dat het een andere oorzaak had, zoals een verschil in methodiek.

Voor de hexagonen waarbinnen is vastgesteld dat daadwerkelijk habitat is verdwenen, wordt met een ecologische beoordeling bekeken of het habitat op die locatie terug moet komen. Als dit het geval is, dan staan deze als ‘hexagonen met een hersteldoel’ in AERIUS.

Kaart Verschilanalyse

Hexagonen waarbinnen verdwenen habitat hersteld moet worden, staan als ‘Hexagonen met een hersteldoel’ in AERIUS. Hexagonen met een hersteldoel vormen een apart hexagonengrid in AERIUS Calculator. Zo kan een depositieberekening ook voor deze hexagonen in beeld gebracht worden. De Handreiking Omgaan met hexagonen met een hersteldoel helpt AERIUS gebruikers hiermee op weg.

Klik hier voor een optimale weergave van deze kaart Ga naar kaart: Beoordeelde hexagonen uit verschilanalyse T0 – T1 habitatkaarten

Deze kaart is te gebruiken als achtergrondinformatie. Op de kaart zijn alle hexagonen opgenomen waar technisch gezien sprake is van verdwenen habitat. De Natura 2000-gebieden waarin de hexagonen zich bevinden zijn met een groene kleur omrand.

Bij de kaart is de duiding te vinden die bevoegde gezagen hebben gegeven aan de verdwenen habitats én het resultaat van de ecologische beoordeling waarin staat of het habitat op de betreffende locatie moet terugkomen. De kaart laat dus zowel hexagonen met hersteldoelen (blauw) zien als hexagonen waar technisch gezien sprake is van verdwenen habitat (grijs), inclusief de achterliggende argumentatie. Dat technisch gezien sprake is van verdwenen habitat hoeft niet per se te betekenen dat ook in werkelijkheid habitat verdwenen was (zie onder kopje: ‘Verschilanalyse habitatkaarten’). Dit wordt benoemd in de duiding die zichtbaar is in de webviewer.

Er zijn 128 ‘hexagonen met een hersteldoel’ toegevoegd in AERIUS. In totaal gaat het om 119 unieke locaties (hexagonen met één of meerdere hersteldoelen) verspreid over heel Nederland.

Veelgestelde vragen

Hoe komt een habitatkaart tot stand?

De opstelling van habitatkaarten is de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag: de provincies en (voor de grote wateren) Rijkswaterstaat (RWS). De basis voor habitatkaarten wordt in principe gevormd door vegetatiekaarten. De opstelling van die vegetatiekaarten wordt door provincies en RWS uitbesteed, meestal aan terreineigenaren, die dat weer uitbesteden aan (onafhankelijke) karteringsbureaus. De vegetatiekaarten worden via een landelijk afgesproken methode van vertaling en interpretatie verwerkt tot een habitatkaart. Het bevoegd gezag ziet erop toe dat dit volgens de afspraken, op een objectieve wijze gebeurt. Vervolgens vindt er ook nog een interbestuurlijk validatieproces plaats, waarbij een aantal experts op het vlak van habitatkartering de kaarten nauwgezet beoordelen en suggesties doen voor correcties waar dat nodig is. Voor het uiteindelijk vaststellen van een kaart zijn provincies en RWS verantwoordelijk, dus niet de eigenaren van de natuurgebieden.

Is er een aanwijzingsprocedure met inspraak voor nodig om een habitatkaart te publiceren?

De publicatie van habitatkaarten kennen geen aanwijzingsprocedure. Overal waar een reeds aangewezen habitat voorkomt, is dat al beschermd via het aanwijzingsbesluit (met bijbehorende aanwijzingsprocedure). Een habitatkaart maakt alleen zichtbaar waar de beschermde waarden zich concreet bevinden (en waar niet). Dat gebeurt op een objectieve, wetenschappelijk-technische manier. Het is dus geen juridische of beleidsmatige beslissing. Er wordt via een habitatkaart dus geen ‘nieuw habitat aangewezen’: geen extra habitat van wat al is aangewezen en ook geen extra habitattypen.

Kunnen terreinbeherende organisaties zelf de habitatkaart in AERIUS actualiseren?

Nee. Provincies en Rijkswaterstaat zijn verantwoordelijk voor de habitatkaarten.